ECLI:NL:GHSHE:2006:AW4182
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Bod
- De Groot-Van Dijken
- Huijbers-Koopman
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake onverschuldigde betaling en renterestitutie bij geldleningen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 maart 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen de besloten vennootschap 's-Hertogenbossche Financieringsmaatschappij B.V. (HFM) en een particuliere cliënt, aangeduid als [geïntimeerde]. De zaak betreft de vordering van [geïntimeerde] tot terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen in het kader van drie geldleningen die hij bij HFM had afgesloten. De rechtbank had eerder geoordeeld dat [geïntimeerde] recht had op een bedrag van F 35.715,79, dat hij te veel had betaald, en een bedrag van F 7.301,81 aan renterestitutie. HFM ging in hoger beroep tegen dit vonnis en voerde vier grieven aan.
Het hof heeft de grieven van HFM gegrond verklaard en het vonnis van de rechtbank vernietigd. Het hof oordeelde dat de redenering van [geïntimeerde] ter onderbouwing van zijn vordering niet in overeenstemming was met de afspraken die partijen hadden gemaakt over de aflossing van de leningen. Desondanks kon [geïntimeerde] aanspraak maken op renterestitutie op basis van artikel 6 van de Algemene Voorwaarden van HFM. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] in totaal recht had op een renterestitutie van F 19.461,69, wat overeenkomt met E 8.831,33. Het hof heeft HFM veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 27 januari 1999, en heeft ook buitengerechtelijke kosten toegewezen aan [geïntimeerde].
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken tussen partijen bij het aangaan van geldleningen en de noodzaak om deze afspraken na te leven. Het hof heeft de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep voor HFM bepaald, aangezien zij in het ongelijk zijn gesteld.