ECLI:NL:GHSHE:2006:AX1285
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A. Aarts
- J. Den Hartog Jager
- P. Spoor
- Rechtspraak.nl
Concurrentiebeding en vrije concurrentie in agentuurovereenkomst
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 mei 2006, staat de vraag centraal of Marco Gas B.V. in strijd heeft gehandeld met een concurrentiebeding na afloop van een agentuurovereenkomst met Air Liquide B.V. Marco Gas, die als distributeur fungeerde voor Air Liquide, sloot na afloop van het contract een overeenkomst met een concurrent. Het hof oordeelt dat het Marco Gas vrijstaat om concurrerende producten aan te bieden, aangezien het recht op vrije concurrentie prevaleert. De klantgegevens die Marco Gas gebruikte, worden niet als vertrouwelijk beschouwd, en het hof concludeert dat de afbraak van het bedrijfsdebiet van Air Liquide het gevolg is van deze vrijheid en niet van onrechtmatig handelen van Marco Gas.
Het hof wijst erop dat de strekking van het concurrentiebeding niet zo ver gaat als Air Liquide stelt. De bepalingen in de depotovereenkomst zijn niet zo vergaand dat ze Marco Gas verbieden om na afloop van de overeenkomst met concurrenten te handelen. Het hof benadrukt dat het enkele feit dat Marco Gas concurrerende activiteiten ontplooit, niet onrechtmatig is. De vrijheid om te concurreren staat Marco Gas toe om zijn oude klanten te benaderen en hen concurrerende producten aan te bieden.
Het hof vernietigt het vonnis van de eerste aanleg en wijst de vorderingen van Air Liquide af. Tevens wordt Air Liquide veroordeeld in de proceskosten, aangezien zij grotendeels in het ongelijk is gesteld. Dit arrest bevestigt de rechtspositie van agenten na afloop van hun overeenkomst en onderstreept het belang van concurrentie in de markt.