4.5.2. Naar het oordeel van het hof is eveneens aanneme-lijk geworden dat [X.] vanaf begin jaren negen-tig heeft gewerkt in administratieve functies met een structurele grote werkdruk en met een inrichting van de werkplek die inadequaat was, in het bijzonder voor iemand met fysieke klachten als die van [X.].
Het hof grondt dit op de volgende door [X.] overgelegde stukken, beschouwd in onderling verband en sa-menhang
- een gespreksaantekening van oktober 1993(prod. 2 bij cvr)
“Aantekening n.a.v. gesprek verkoop i.v.m. verzuim Mevr. [X.] 5074 oktober 1993… Op verzoek mevr. [X.] en bedrijfsarts gesproken over
a. werkdruk mevr. [X.] … Naar aanleiding van de structureel overbelaste werkdruk is afgesproken de af-wezigheid in de groep te analyseren…
T.a.v. punt a. noteer ik dat voor de duur van één jaar ad-ministratieve assistentie is aangetrokken”;
- een Memo Meerssen Papier aan Medewerkers afdeling ver-koop MP Verslag WTO d.d. 31-10-00 (prod. 2 bij akte uitla-ting bewijsstukken en getuigen d.d. 15 oktober 2003):
“Arbeidsomstandigheden.
Voor wat de afdeling betreft spelen de volgende zaken: Temperatuur, materialen, computers (storingen), tochtende ramen en doorslag van regenwater. Teveel mensen op een te kleine oppervlakte, lawaai, stress, ziekte”;
- de schriftelijke verklaring van [G.] (prod. 5 bij akte uitlating bewijsstukken en getuigen d.d. 15 oktober 2003):
“dat (zij) hoorde dat ([X.]) het Buro Export een tijdje alleen heeft moeten runnen en dat terwijl ik heb gezien dat er minstens 4 personen voor dit buro nodig zijn en dat het er vaak vrij hectisch kan zijn. Ik heb zelf ook ervaren dat het er bij de afdeling verkoop van Meerssen Papier verre van ergonomisch was”
- de schriftelijke verklaring van [H.] (prod. 5 bij akte uitlating bewijsstukken en getuigen d.d. 15 oktober 2003):
“ik heb bij Meerssen papier gewerkt van januari 1998 tot en met october 2000. Mijn functie was medewerker verkoop binnendienst… ik ben een directe collega van ([X.] ) geweest… De werkomstandigheden op de afdeling verkoop waren verre van ideaal te nomen. We werkten aan oude niet ergonomische bureaus die zeer vol lagen met sta-pels papieren waardoor de goede houding aan de bureau’s erg moeilijk was. De werkdruk op de afdeling was enorm. Verder zaten wij met +/- 12 mensen op een relatief kleine ruimte. Hierdoor was er vrij veel geluid (door veel tele-fonisch contact met de klanten)”;
de schriftelijke verklaring van [I.] (prod. 5 bij akte uitlating bewijsstukken en getuigen d.d.
15 oktober 2003):
“dat ([I.]) in de periode tussen juni en november 1993 heeft gewerkt bij KNP Meerssen op de afdeling Verkoop van de Engelstalige markt. … met ([X.]) De druk die klanten legden werd als zeer hoog ervaren en bracht zeer veel stress .. mee De werkomstandigheden waren zeker niet optimaal. In een ruimte die de afmetingen had van een re-delijk groot uitgevallen slaapkamer was er een werkplek voor minimaal vier medewerkers. De bureaus waren niet in hoogte verstelbaar en een airco systeem was niet aanwezig”
- de schriftelijke verklaring van [J.] (prod. 5 bij akte uitlating bewijsstukken en getuigen d.d. 15 oktober 2003):
“In de periode januari 1992 t/m november 1992 ben ik werk-zaam geweest als administratief medewerkster afdeling Ex-port engelstalige markt. De afdeling Export heb ik ervaren als een stressige werkplek met veel hectische momenten. [X.] werd regelmatig belast met extra telefoontjes van haar naaste collega’s waardoor de werkdruk bij haar nog hoger kwam te liggen.
…de werkomstandigheden destijds… te veel mensen op een te kleine kamer en wat zeer belangrijk is dat bureaus ver-stel-baar zijn maar dat op deze werkplek hier geen sprake van was!”
Wat die schriftelijke verklaringen geldt, dat Meerssen Pa-pier de inhoud daarvan wel betwist, maar haar betwisting op geen enkele wijze feitelijk onderbouwt.
Voorts geldt dat verschillende verklaringen maar een klein gedeelte van de periode beslaan, maar, nu niet is gesteld of gebleken dat tussen 1993 en 1998 wezenlijke verande-ringen hebben plaatsgevonden, deze tijdsbeelden exempla-risch zijn te achten voor de totale periode.
Voor zover Meerssen stelt dat het Memo van 2000 dateert terwijl de klachten van [X.] van lang daarvoor dateren, geeft zij onvoldoende aan dat en in hoeverre de situatie voordien gunstiger was (terwijl verbeteringen na dit memo [X’s.] gezondheidstoestand kennelijk niet meer ver-beterd hebben). Ten aanzien van dit memo worden de opmer-kingen over temperatuur, lawaai en tocht en vochtdoorslag bestreden, maar de enkele ontkenning daarvan is, gelet op deze vastlegging van kennelijk bestaande klachten in een verslag van werkgeverszijde onvoldoende.