ECLI:NL:GHSHE:2006:AY0416
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. de Groot-van Dijken
- P. Pellis
- A. de Kok
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid in het kader van verkeersongevallen en de toepassing van de loi Badinter
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over aansprakelijkheid in het kader van verkeersongevallen. Het hof heeft in een tussenarrest geoordeeld dat de grieven van appellante sub 2 en TVM met betrekking tot hun aansprakelijkheid jegens Aegon cs moeten worden verworpen. De loi Badinter, die in Frankrijk van toepassing is op verkeersongevallen, speelt in deze verhouding geen rol, aangezien het hof appellante sub 2 reeds aansprakelijk heeft geacht op basis van de algemene regeling van de onrechtmatige daad naar Frans recht.
Het hof heeft ook de grieven van transportbedrijf X in de procedure tegen Aegon cs behandeld, met uitzondering van de vierde grief die betrekking heeft op de proceskostenveroordeling. De openstaande vragen die het hof heeft aangeduid, betreffen de vordering in vrijwaring van appellante sub 2 en TVM tegen transportbedrijf X. Het hof heeft de verdere uitspraak in de zaak onder rolnummer 00/1146 aangehouden totdat ook op de vierde grief kan worden beslist.
De vragen die aan het I.J.I zijn voorgelegd, betreffen onder andere de toepasselijkheid van het Verdrag verkeersongevallen en de loi Badinter op de vordering in vrijwaring, alsook de gevolgen van de aansprakelijkheid van transportbedrijf X jegens de ladingbelanghebbenden. Het hof heeft de zaak in handen gesteld van het I.J.I. voor advies en zal de verdere behandeling van de zaak aanhouden tot het advies is ontvangen. De uitspraak is gedaan op 20 juni 2006 door de vierde kamer van het hof, met de betrokken rechters M. de Groot-van Dijken, P. Pellis en A. de Kok.