ECLI:NL:GHSHE:2006:AY0420
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Begheyn
- H. Hendriks-Jansen
- F. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van precontractuele goede trouw in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 juni 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te Breda. De appellante, een besloten vennootschap, heeft in haar memorie van grieven zes grieven aangevoerd tegen het eindvonnis van de rechtbank, dat op 24 september 2003 was gewezen. De grieven zijn voornamelijk gericht tegen de beoordeling van de rechtbank met betrekking tot de schending van de precontractuele goede trouw door de geïntimeerde, eveneens een besloten vennootschap. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellante de redelijkheid en billijkheid had geschonden in de omgang met de door de geïntimeerde gereserveerde 200 ton pootgoed. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante niet opnieuw kon appelleren tegen het tussenvonnis van 28 juli 1998, aangezien dit tussenvonnis in eerdere procedures al in stand was gebleven. Het hof heeft de grieven van de appellante verworpen, onder verwijzing naar eerdere rechtsoverwegingen en de vaststellingen van de rechtbank. Het hof heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de appellante aansprakelijk was voor de schade die de geïntimeerde had geleden als gevolg van de schending van de goede trouw. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de appellante veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.