4.2. Het gaat in dit geschil om het volgende.
(a) Op het perceel van [appellant] in de gemeente Oirschot rust onder het thans vigerende bestemmingsplan de bestemming "agrarische doeleinden B". Onder dit bestemmingsplan is het [appellant] in beginsel toegestaan op zijn perceel een mini-camping met 3 bed-en-breakfastkamers te exploiteren; [appellant] heeft dat vanaf 1997 gedaan.
(b) Op 17 oktober 2000 heeft de gemeenteraad van de gemeente Oirschot het bestemmingsplan "Buitengebied 2000" vastgesteld; in dat bestemmingsplan is aan het perceel van [appellant] een woonbestemming toegekend.
De provincie Noord-Brabant heeft dit nieuwe bestemmingsplan goedgekeurd, maar (onder meer) [appellant] is daartegen in beroep gegaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze heeft het goedkeuringsbesluit vernietigd (onder meer) voor zover daarbij goedkeuring was verleend aan het plandeel voor de gronden van [appellant]. Vervolgens heeft de gemeente Oirschot het nieuwe bestemmingsplan herzien; in dat nieuwe bestemmingsplan is aan het perceel van [appellant] een agrarische bestemming toegekend.
(c) [appellant] heeft in gebouwen op zijn perceel appartementen (met douches, toiletten en wastafels) ten behoeve van seizoenarbeiders gemaakt. [appellant] heeft daarvoor geen vergunning gevraagd en gekregen.
(a) Bij besluit van 28 februari 2003 (productie 2 bij de conclusie van antwoord in verzet) heeft de gemeente aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd op grond van het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet, dit voor het geval [appellant] binnen 12 weken na verzending van het schrijven een aantal in dat schrijven genoemde punten niet had uitgevoerd. Tot die punten behoorden onder meer:
"- de zonder vergunning aangebrachte voorzieningen in de noordelijk gelegen aanbouw van gebouw F (waarvan afgesproken is dat u daarvoor een bouwvergunning zult aanvragen) te weten 3 douches, 4 toiletten en 2 wastafels te verwijderen en verwijderd houden;
- de zonder vergunning uitgevoerde verbouwing van het achterste gedeelte van (...) de woonboerderij (gebouw G) ongedaan te maken door de onder e. aangeduide voorzieningen [t.w. twee grote slaapgelegenheden op de begane grond met douche en toiletvoorziening, vier slaapkamers op de eerste verdieping met douche en toilet en een slaapkamer op de zolder, hof] in zijn geheel te verwijderen en verwijderd te houden en het bouwwerk in overeenstemming te brengen met de bouwvergunning van 2 november 2000 voor de herbouw van de woonboerderij;
- de (zonder bouwvergunning) aangebrachte voorzieningen in de garage (gebouw E) met het oog op daadwerkelijke bewoning van dat gebouw (keuken, douche en de indeling in kamers) te verwijderen en verwijderd houden en in overeenstemming te brengen met de bouwvergunning van 11 december 1986 voor de oprichting van een garage/berging".
Aan deze last heeft de gemeente een dwangsom verbonden "van E. 4000,00 per dag dat de hierboven genoemde illegale activiteiten voortduren tot een maximum van E. 200.000,00".
(e) [appellant] heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt. Bij besluit van 24 juni 2003 (productie 7 bij conclusie van antwoord in verzet) heeft de gemeente overeenkomstig het advies van de Commissie Bezwaar- en beroepschriften, de bezwaren gegrond verklaard voor zover [appellant] al aan het gestelde in het besluit had voldaan, en overigens het bezwaar ongegrond verklaard; daarbij zijn de hiervoor onder (d) genoemde verplichtingen gehandhaafd.
(f) [appellant] heeft tegen laatstgenoemd besluit beroep ingesteld bij de rechtbank te 's-Hertogenbosch, sector bestuursrecht, en bij fax van 31 juli 2003 heeft [appellant] verzocht om een voorlopige voorziening. Bij uitspraak van 15 augustus 2003 heeft de Voorzieningenrechter het beroep van [appellant] ongegrond verklaard en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. [appellant] heeft tegen deze uitspraak geen hoger beroep of een ander rechtsmiddel ingesteld.
(g) Op 19 augustus 2003 heeft een gesprek plaatsgehad tussen wethouder Van den Oord van de gemeente en [appellant], waarbij ook de gemachtigde van [appellant] aanwezig was. De wethouder heeft tijdens dat gesprek toegezegd niet vóór maandagmiddag 25 augustus 2003 controleurs te zullen sturen.
(h) Op 26 augustus 2003 hebben controleurs van de gemeente het perceel van [appellant] bezocht. Daarvan is procesverbaal opgemaakt. Ook op 29 augustus 2003 heeft een controle plaatsgehad, waarvan procesverbaal is opgemaakt (producties 16 en 17 bij conclusie van antwoord in verzet). Volgens de controleurs was gebouw E door middel van scheidingswanden ingericht om te kunnen worden gebruikt als woning en was dat gebouw met eenvoudige handelingen weer geschikt te maken als woning; in gebouw G was volgens de controleurs geen sprake van algehele verwijdering van het sanitair omdat de wastafels, toiletpotten en waterleidingen in de slaapkamers op de eerste etage nog aanwezig waren.
(i) Bij controle op 16 september 2003 (productie 18 bij de conclusie van antwoord in verzet) is geconstateerd dat op de begane grond en de eerste etage van de woonboerderij inmiddels alle separatiewanden waren verwijderd.
(j) Bij brief van 7 oktober 2003 (productie 19 bij conclusie van antwoord in verzet) heeft de gemeente aan [appellant] meegedeeld:
"Uit gehouden controles d.d. 26 september en 29 september 2003 is gebleken dat U niet volledig gehoor heeft gegeven aan de opgelegde last. Eerst uit de op 15 september 2003 uitgevoerde controle is gebleken dat U volledig heeft voldaan aan de bovengenoemde last. Dit houdt in dat U in de periode van 19 augustus 2003 tot en met 29 september 2003 heeft gehandeld in strijd met onze beslissing op bezwaar d.d. 24 juni 2003, verzonden 30 juni 2003, juncto het besluit tot het opleggen van een dwangsom d.d. 28 februari 2003, aangetekend verzonden 4 maart 2003.
Wij verzoeken U dan ook gelet op de geconstateerde overtredingen een bedrag van E. 44.000,--, zijnde 11 dagen ad E. 4.000,--, binnen twee weken na verzenddatum dezer brief over te maken ()."
Waar in deze brief wordt gesproken over "26 en 29 september 2003" is naar het oordeel van het hof kennelijk bedoeld 26 augustus en 29 augustus 2003. Op die data hebben immers de controles plaatsgehad, en de periode van 19 tot en met 29 augustus bedraagt elf dagen.