8.4.1. De (partij)getuige [Y.]:
Vanaf begin jaren 80 gold bij [X.] de volgende regeling: overuren die door mij en anderen gemaakt waren werden gepar-keerd in een soort spaarpotje waaruit geput kon worden wanneer wij materiaal afnamen via het bedrijf. Dat kon gaan om mate-riaal uit voorraad maar ook om bijvoorbeeld afzonderlijk bestelde audio of videoapparatuur. De kosten daarvan werden netto verrekend met die “overuren-rekeningcourant”.
Die administratie werd bijgehouden door de bedrijfsleider [G.]. Wanneer iemand iets uit de voorraad betrok werd achteraf opgegeven wat verbruikt was (het kwam immers voor dat materiaal werd meegenomen en vervolgens ongebruikt weer terug ging in de voorraad van [X.]). Men werd zelf geacht dat bij te houden. Maar wanneer het ging om gebruiks-voorwerpen die niet uit de voorraad kwamen werd vooraf overleg gepleegd over de afrekening, maar ook om de bestelling af te stemmen. (…) In 1997/1998 werden de overuren niet meer geboekt in rekening-courant, maar is een regeling conform de CAO inge-voerd: tijd voor tijd. In juli 1998 kreeg ik plotseling een netto-uitkering voor wat er nog aan overuren voor mij stond. Ik heb kort erna aan de directie gevraagd hoe het verder ging met de materialen en het antwoord was dat de regeling kon blijven bestaan, maar dat geen overuren werden ingeleverd maar bijvoorbeeld vakantiegeld of dagen. Materiaal kon op dezelfde manier worden afgenomen. (…)
De regeling is na 1998 slechts veranderd voor wat betreft de overuren. Ik heb, nadat ik in juli 1998 de eindafrekening van overuren ontving, uitdrukkelijk aan [B.] van de direc-tie gevraagd hoe het verder moest en die antwoordde dat inci-denteel gebruik kon worden gemaakt van de regeling en dat gebruikte materialen dan maar verrekend moesten worden met bijvoorbeeld een eenmalige uitkering of dat zo’n bedrag in mindering moest worden gebracht op het salaris.
In de vier tussenliggende jaren tot 2002 heeft zo’n bestelling zich echter niet voorgedaan.
In 2002 heb ik niet tevoren overlegd over de carport, ik dacht dat dat niet nodig was.
De materialen die ik daarvoor van [X.] heb gebruikt betroffen restmaterialen geen grote hoeveelheden.
Het ging bijvoorbeeld om 8 kleine bewapeningsnetjes, reststuk-ken uit een groot net van tien vierkante meter die ik van de werf heb meegenomen. Het ging ook om betonnen afstandsblokjes; als ik die via de handel had betrokken had ik meer restmate-riaal dan materiaal dat ik nodig had. Ook heb ik wat schroeven en bouten gebruikt en nog wat kleine dingetjes. De grootste post betrof rockpanel: dat was een pakket platen die bescha-digd waren. Die beschadiging was voor mij geen bezwaar omdat die werd afgedekt met dakrandprofiel. In overleg met de uit-voerder [H.] zijn die platen toen zo gezaagd dat ik ze kon gebruiken. Omdat er een zaagmachine stond was dat een fluitje van een cent. Als die platen niet beschadigd waren had ik ze via de handel besteld. Verder heb ik wat draadeindjes gebruikt die op het werk als rest lagen en die in de handel veel geld kosten. Ik heb ook een 600 meter kwadraat PVC folie meegenomen voor het geval ik slecht weer zou krijgen als het dak van de garage er af zou zijn maar dat zou ongebruikt retour zijn gegaan als zich de ontslagkwestie niet had voorge-daan. (…)
Ik heb niet alles besteld via [X.] omdat niet alles op voorraad was en omdat ik het net zo goed via een externe leve-rancier kon doen die materiaal precies voor mij op lengte zaagde. Ook als ik rechtstreeks via de handel bestel heb ik scherpe inkoopprijzen. Dingen die weinig voorkwamen heb ik via [X.] besteld. (…) Er is (…) voor 816 euro of daaromtrent via [X.] betrokken. Dat betreft de zojuist genoemde materialen, bewapening, rockpanel, boutjes. Daarvan zijn geen bonnen of iets dergelijks opgesteld. Vóór de conflictsituatie is dit binnen [X.] niet besproken.
Naar aanleiding van productie 3 en 4 bij conclusie van ant-woord: de overzichtjes van materialen carport herken ik. Productie 3 is een eerdere versie waarin ik afzonderlijk boek-te wat ik vanaf de werkplaats gebruikte en wat ik gebruikte van de bouwplaats, winkelcentrum. Omdat het voor [X.] niet zou uitmaken waar vandaan ik die materialen betrok, heb ik in latere versies dat onderscheid niet meer gemaakt. Die produc-ties 3 en 4 waren een overzicht van wat er openstond om met [X.] af te rekenen. Ik sloeg die overzichten op op mijn computer op de werkplek maar ook op een floppy om de gegevens zo nodig thuis bij te werken.
De eerste factuur gehecht achter productie 4 (BMF factuurnr. 2203439) en de daarachter gehechte pakbon herken ik niet.
De factuur met nr. 94326227 en de factuur met nr. 94241426 (beiden van H&C) gehecht aan die zelfde productie 4 (opmerking hof: bedoeld is prod 4 bij cva) herken ik wel. Ik had die fac-turen gekopieerd om het bedrag dat ik invulde in de door mij opgestelde overzichten te controleren. Telkens als ik iets uit de voorraad van [X.] betrok vulde ik dat in in die over-zichten op mijn computerfloppy. (…) Voor (het) kozijn had ik een totaal post opgenomen waar arbeidsuren in begrepen waren. In totaal gaat het om heel weinig arbeid: in twee keer een kwartier was alles gezaagd.
Ook anderen hanteerden deze regeling, in ieder geval [G.]. Andere namen weet ik zo niet te noemen. Dat ik bezig was met een carport was algemeen bekend behalve [G.], die de constructie berekend heeft, waren ook [H.] en [I.] en de chef werkplaats [J.] op de hoogte. Ik had geen geheimen waarom zou ik.
De carport is december 2002 gereed gekomen.