ECLI:NL:GHSHE:2006:AY8212
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Schaik-Veltman
- A. Venhuizen
- J. Keizer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en kostenveroordeling in civiele procedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, hebben appellanten [appellant 1] en [appellant 2] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een geschil over de kosten die door de geïntimeerde [geïntimeerde] zijn gemaakt in het kader van de procedure. De appellanten stelden dat zij niet in de kosten van de procedure dienden te worden veroordeeld, omdat zij in een eerdere brief duidelijk hadden gemaakt dat zij het hoger beroep niet zouden doorzetten. De geïntimeerde had echter een anticipatie-exploot uitgebracht en de zaak ingeschreven ter rolle, wat leidde tot een geschil over de gemaakte kosten.
Het hof overwoog dat de appellanten in hun brief van 12 juni 2006 onvoorwaardelijk afstand hadden gedaan van hun recht op voortzetting van de procedure in hoger beroep. Desondanks had de geïntimeerde de zaak ter rolle ingeschreven, waardoor zij en de appellanten vast recht verschuldigd waren geworden. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde nodeloos kosten had veroorzaakt door het aanbrengen van het anticipatie-exploot, aangezien de appellanten duidelijk hadden gemaakt dat zij het hoger beroep niet zouden voortzetten. De kosten die door de geïntimeerde waren gemaakt, kwamen voor haar eigen rekening, terwijl de overige kosten voor de appellanten bleven.
Uiteindelijk verklaarde het hof de appellanten niet-ontvankelijk in het hoger beroep en veroordeelde de geïntimeerde in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de appellanten tot de dag van de uitspraak werden begroot op € 296 aan vastrecht en € 447 aan salaris procureur. De overige kosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij voor het overige de eigen kosten droeg.