ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ0882
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Koster-Vaags
- Aarts
- Spoor
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van appellant in hoger beroep wegens het niet indienen van grieven
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is appellant [X.] in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van de Rechtbank ’s-Hertogenbosch. Het hof verwijst naar het tussenvonnis van de kantonrechter van 9 september 2004 en het eindvonnis waarvan beroep. In de appeldagvaarding vorderde [X.] dat het hof het vonnis zou vernietigen en [Y.] zou veroordelen tot betaling van zijn loon vanaf 18 november 2002, vermeerderd met wettelijke verhogingen, vakantiegeld en wettelijke rente. Echter, de procureur van [X.] heeft zich gedesisteerd en [X.] heeft, ondanks een peremptoire stelling, geen grieven ingediend. Het hof heeft vervolgens akte verleend aan [Y.] en [X.] verzocht zijn procesdossier over te leggen.
Tijdens de beoordeling heeft het hof vastgesteld dat de gronden van het hoger beroep niet zijn vermeld in de appeldagvaarding en dat [X.] ook nadien geen grieven heeft ingediend. Dit leidde tot de conclusie dat [X.] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep. Het hof heeft [X.] ook veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van [Y.] tot de uitspraak zijn begroot op € 244,-.
Het arrest is gewezen op 12 september 2006 door de rechters Koster-Vaags, Aarts en Spoor, en is openbaar uitgesproken tijdens een zitting van het hof. De zaak betreft een civielrechtelijk geschil tussen [X.] en [Y.], waarbij de procesgang en de rol van de procureurs van belang zijn voor de uiteindelijke beslissing van het hof.