ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ1332
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. de Groot-van Dijken
- H. Hendriks-Jansen
- F. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en schadevergoeding in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 oktober 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere vonnissen van de rechtbank Maastricht. De zaak betreft een geschil tussen een besloten vennootschap, aangeduid als [appellante], en twee geïntimeerden, [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2]. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 11 maart 2003 al een aantal eindbeslissingen genomen, waaronder de vaststelling dat [appellante] de verplichtingen uit artikel 7:17 BW heeft geschonden en dat zij in beginsel aansprakelijk is voor de schade die [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] hebben geleden door deze schending.
Het hof heeft geoordeeld dat de schadevergoeding in de schadestaatprocedure verder moet worden behandeld, aangezien er al een vonnis is gewezen in die procedure. Het hof heeft de zaak naar de schadestaatprocedure verwezen, die al in hoger beroep bij het hof aanhangig is. Dit besluit is genomen omdat het hof in het tussenarrest al een oordeel heeft gegeven over de aansprakelijkheid van [appellante].
In de uitspraak heeft het hof ook de proceskostenveroordeling van de rechtbank vernietigd, maar de overige vonnissen zijn bekrachtigd. Het hof heeft [appellante] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, zowel in principaal als incidenteel appel. De uitspraak benadrukt het belang van de schadestaatprocedure en de rol van het hof in het beoordelen van de aansprakelijkheid en schadevergoeding.