ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ2634
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.J. van Soest
- N. van Beelen
- J.W. Zwemmer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenvergoeding in belastingzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de erven van X, die in geschil zijn met de Inspecteur over de hoogte van de proceskostenvergoeding die door de Rechtbank Breda is toegekend. De Rechtbank had een wegingsfactor van 0,5 toegepast bij de beoordeling van de proceskosten, wat door de belanghebbenden als te laag werd ervaren. Zij stelden dat, gezien de complexiteit van de zaak en de hoogte van het bestreden bedrag, de wegingsfactor in redelijkheid op 1,5 zou moeten worden vastgesteld.
Het Hof oordeelt dat de door de Rechtbank toegepaste wegingsfactor van 0,5 niet juist is en dat de wegingsfactor moet worden vastgesteld op 1. Het Hof benadrukt dat het gewicht van een zaak wordt bepaald door zowel het belang als de ingewikkeldheid, en in dit geval zijn beide gemiddeld. Het Hof vernietigt de uitspraak van de Rechtbank enkel voor wat betreft de beslissing omtrent de proceskosten en stelt de totale proceskostenvergoeding vast op € 1.449,=, inclusief de kosten van de bezwaarfase, beroepsfase en hoger beroepsfase.
De uitspraak van het Hof is gedaan op 14 september 2006, na een zitting op 31 augustus 2006, waar zowel de belanghebbenden als de Inspecteur aanwezig waren. De belanghebbenden hebben ingestemd met de beslissing van de Rechtbank om de bezwaarschriften als één samenhangende zaak te beschouwen. Het Hof gelast tevens dat de Staat het griffierecht van € 207,= aan de belanghebbenden vergoedt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.