ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ3922
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fiscale eenheid en organisatorische verwevenheid tussen werkmaatschappij en beheersmaatschappijen
In deze zaak staat centraal of de werkmaatschappij terecht is opgenomen in de fiscale eenheid. De belanghebbende, bestaande uit de werkmaatschappij en L Beheer B.V., heeft beroep aangetekend tegen een beschikking van de Inspecteur, die de werkmaatschappij als onderdeel van de fiscale eenheid heeft aangemerkt. De kern van het geschil betreft de vraag of er sprake is van de vereiste organisatorische verwevenheid tussen de werkmaatschappij en de andere vennootschappen binnen de fiscale eenheid. De belanghebbende stelt dat er geen organisatorische verwevenheid bestaat, terwijl de Inspecteur van mening is dat de werkmaatschappij en L Beheer B.V. onder gezamenlijke leiding staan.
Tijdens de zitting op 19 april 2006 zijn de heer B en de heer C, als vertegenwoordigers van de belanghebbende, en mevrouw F, als vertegenwoordiger van de Inspecteur, gehoord. De statuten van de werkmaatschappij en de samenwerkingsovereenkomst tussen de aandeelhouders zijn uitvoerig besproken. De statuten vereisen goedkeuring van de algemene vergadering voor belangrijke besluiten, wat volgens de belanghebbende aantoont dat er geen dominante positie is van L Beheer B.V. of haar aandeelhouder.
Het hof oordeelt dat de werkmaatschappij niet onder gezamenlijke leiding staat van L Beheer B.V. en dat de vereiste organisatorische verwevenheid ontbreekt. De beslissing van de Inspecteur om de werkmaatschappij op te nemen in de fiscale eenheid wordt vernietigd. Het hof verklaart het beroep gegrond, wijst het verzoek om vorming van een fiscale eenheid zonder de werkmaatschappij toe, en gelast de Inspecteur om de kosten van het geding te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 8 juni 2006 en kan binnen zes weken in cassatie worden aangevochten.