ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ4996
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Begheyn
- H. Hendriks-Jansen
- F. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Contractswissel en faillissement: gevolgen voor vorderingen en rechtsgeldigheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door mr. H.J.A.M. van Iersel, curator in het faillissement van Mamon Sorteer B.V., tegen Holco B.V. De zaak betreft een contractswissel die op 20 juli 1999 heeft plaatsgevonden, waarbij Mamon Beheer B.V. als nieuwe contractspartij tussen Sorteer en Holco werd geplaatst. Na het faillissement van Sorteer op 13 oktober 1999 heeft de curator de contractswissel vernietigd, omdat hij van mening was dat de crediteuren van Sorteer hierdoor benadeeld werden. Holco heeft vervolgens een vordering ingesteld tegen de curator, maar deze werd afgewezen door de rechtbank.
Het hof heeft in zijn arrest van 12 december 2006 geoordeeld dat de curator niet ontvankelijk is in zijn vordering, omdat de curator de rechtsvorderingen die voortvloeien uit de vernietigde contractsovername alleen zelf kan instellen. Het hof heeft ook overwogen dat Holco haar voorwaardelijke eis in reconventie handhaaft, maar dat deze niet kan worden toegewezen omdat de curator de contractsovername rechtsgeldig heeft vernietigd. Het hof heeft de vordering van de curator tot betaling van een bedrag van f 607.862,64 afgewezen, maar heeft Holco wel veroordeeld tot betaling van een bedrag van E. 132.250,91 met wettelijke rente.
Het arrest benadrukt de juridische complicaties rondom faillissement en contractswissels, en de rol van de curator in het beschermen van de belangen van de crediteuren. Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit arrest is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op faillissement en de gevolgen van contractswissels.