ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ7647
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Koster-Vaags
- Waaijers
- Slootweg
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft appellant [X.] zijn vorderingen in hoger beroep ingetrokken na het indienen van de memorie van grieven en de memorie van antwoord. De geïntimeerde [Y.] heeft vervolgens verzocht om een arrest, omdat [X.] de proceskosten niet wilde vergoeden. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 7 november 2006 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hof heeft vastgesteld dat [X.] zijn vordering in hoger beroep heeft ingetrokken. Hierdoor zijn de gronden van het hoger beroep niet meer relevant. Het hof heeft [X.] veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van [Y.], die zijn begroot op € 244,-- voor verschotten en € 894,-- voor salaris procureur.
De zaak betreft een hoger beroep tegen vonnissen van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, sector kanton, die op 7 september 2000, 18 november 2004 en 10 februari 2005 zijn gewezen. In eerste aanleg was [X.] gedaagde en [Y.] eiser. Bij memorie van grieven heeft [X.] 20 grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van de vonnissen, terwijl [Y.] in zijn memorie van antwoord de grieven bestreed en verzocht om instandhouding van de vonnissen.
Na bezwaar van [X.] tegen de vermeerdering van eis heeft de rolraadsheer van het hof op 25 oktober 2005 het bezwaar ongegrond verklaard. Uiteindelijk hebben partijen de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd. Het hof heeft geoordeeld dat [X.] als de in het ongelijk gestelde partij moet worden aangemerkt en heeft hem veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.