ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ8669

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 december 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C200101082 (I)
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Etten
  • W.H.B. den Hartog Jager
  • A. van den Bergh
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in hoger beroep inzake aandelenwaarde

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep dat voortvloeit uit eerdere tussenarresten van 1 juni 2004 en 28 december 2004. De zaak is gestart naar aanleiding van een vonnis van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 22 juni 2001, waarin de vrouw als gedaagde en de man als eiser zijn betrokken. Het hof heeft in het tussenarrest van 28 december 2004 bepaald dat er deskundigenonderzoeken moeten plaatsvinden, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. De benoemde makelaar heeft zijn rapport uitgebracht, waarna beide partijen hun akten hebben ingediend en de gedingstukken aan het hof hebben overgelegd.

In de uitspraak van 19 december 2006 heeft het hof mr. W.H.B. den Hartog Jager benoemd tot raadsheer-commissaris, tot wie partijen en de deskundige zich kunnen wenden. Het hof heeft de deskundige verzocht om een schriftelijk en gemotiveerd rapport in te leveren bij de griffie, met een duidelijke conclusie. Tevens is er een termijn van drie maanden vastgesteld voor het indienen van dit rapport, te rekenen vanaf het moment dat de griffier bericht dat het onderzoek kan beginnen.

Het hof heeft ook het voorschot op de kosten van de deskundige, mr. drs. P.A. van Steensel, vastgesteld op € 2.927,40, met de mogelijkheid voor partijen om bezwaar te maken binnen veertien dagen na de uitspraak. De man heeft aangegeven dat hij dit voorschot al heeft overgemaakt. Het hof heeft verder bepaald dat de deskundige partijen in de gelegenheid moet stellen om opmerkingen te maken over het concept-rapport en dat deze opmerkingen in het uiteindelijke rapport moeten worden vermeld. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting van 29 mei 2007 voor memorie na deskundigenonderzoek aan de zijde van de vrouw, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

C0101082/HE
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,
zevende kamer, van 19 december 2006,
gewezen in de zaak van:
[X.],
wonende te [woonplaats],
appellante,
verder te noemen: de vrouw,
procureur: mr. J.C. Lang,
tegen:
[Y.],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
verder te noemen: de man,
procureur: mr. B. du Fosse,
als vervolg op de op 1 juni 2004 en 28 december 2004 gewezen tussenarresten op het hoger beroep tegen het onder zaaknummer 59613/HA ZA 00-2453 door de rechtbank te 's-Hertogenbosch gewezen vonnis van 22 juni 2001 tussen de vrouw als gedaagde en de man als eiser.
9. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
In het tussenarrest van 28 december 2004 is bepaald dat deskundigenonderzoeken worden verricht. Iedere verdere beslissing werd aangehouden. De benoemde makelaar heeft rapport uitgebracht. Nadien hebben de vrouw en de man ieder een akte genomen. Partijen hebben daarna de gedingstukken aan het hof overgelegd en uitspraak gevraagd.
10. De verdere beoordeling
Partijen hebben verzocht in plaats van de benoemde deskundige ter beantwoording van de vraag naar de waarde van de aandelen te benoemen mr. drs. P.A. van Steensel.
Het hof zal dit verzoek honoreren.
11. De uitspraak
Het hof:
11.1. bepaalt dat een deskundigenonderzoek zal worden verricht naar de in rechtsoverweging 4.5.7. van het arrest van 1 juni 2004 geformuleerde vragen;
11.2. ontslaat de benoemde deskundige mr. P.H.J.T. van Duppen en benoemt in zijn plaats:
mr. drs. P.A. van Steensel,
Postbus 1821,
5602 CA Eindhoven,
tel. 040-2428672,
11.3. benoemt mr. W.H.B. den Hartog Jager tot raadsheer-commissaris tot wie partijen en de deskundige zich kunnen wenden.
11.4. verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof;
11.5. verzoekt de deskundige tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
11.6. bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden aangevangen;
11.7. bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige mr. drs. P.A. van Steensel op het reeds eerder begrote bedrag van € 2.927,40, tenzij binnen veertien dagen na deze uitspraak tegen de hoogte van het voorschot bezwaar wordt gemaakt; in dat geval zal het hof op het bezwaar beslissen en de hoogte van het voorschot bepalen;
11.8. verstaat dat de man voormeld voorschot reeds heeft overgemaakt;
11.9. verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
11.10. bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest en die van 1 juni 2004 en 28 december 2006 aan de deskundige zal toezenden;
11.11. bepaalt dat de man binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zal stellen en dat partijen alle door hem gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
11.12. bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek partijen in de gelegenheid moet stellen daarover opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
11.13. bepaalt dat de deskundige partijen zijn concept-rapport toezendt en partijen in de gelegenheid moet stellen daarover opmerkingen te maken en nadere verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding dient te worden gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
11.14. verwijst de zaak naar de rolzitting van 29 mei 2007 voor memorie na deskundigenonderzoek, aan de zijde van de vrouw;
11.15. iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door de mrs. Van Etten, Den Hartog Jager en Van den Bergh en is uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof op 19 december 2006.