ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ9927
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- F. van Beuge
- G.A.M. Stevens
- F.J.M. Walstock
- Rechtspraak.nl
Klacht ex artikel 12 Sv. over niet-ontvankelijkheid wegens gebrek aan aangifte
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 mei 2006 uitspraak gedaan in een klachtprocedure ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, de moeder van een slachtoffer, had een klaagschrift ingediend omdat de officier van justitie in Maastricht had besloten om niet over te gaan tot vervolging van de beklaagden, die beschuldigd werden van vernieling, openlijke geweldpleging en/of poging tot doodslag. De feiten in deze zaak zijn als volgt: op 17 augustus 2004 is de zoon van klaagster, [slachtoffer], slachtoffer geworden van een gewelddadige aanval waarbij beklaagden stenen op zijn auto gooiden, wat leidde tot schade aan de auto en letsel bij de zoon. Klaagster heeft echter geen zelfstandige aangifte gedaan van deze feiten.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachtprocedure vereist dat er sprake is van een strafbaar feit dat niet verder wordt vervolgd, en dat dit doorgaans gebeurt door middel van een aangifte. Aangezien klaagster geen aangifte heeft gedaan, kon het openbaar ministerie geen beslissing nemen over de vervolging, waardoor er geen grondslag was voor de klacht. De advocaat-generaal had geadviseerd om klaagster in haar beklag ontvankelijk te verklaren, maar het hof oordeelde dat dit onvoldoende was, gezien de wettelijke bepalingen in artikel 12 e.v. van het Wetboek van Strafvordering.
Uiteindelijk heeft het hof klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag en het beklag op die grond afgewezen. De beslissing is genomen door mr. F. van Beuge als voorzitter, bijgestaan door mrs. G.A.M. Stevens en F.J.M. Walstock als raadsheren, en mr. L.A.H. Tappenbeck als griffier.