ECLI:NL:GHSHE:2006:BA0242
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. van den Bergh
- J. Pouw
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens huurderving na ontbinding van de huurovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 augustus 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering tot schadevergoeding wegens huurderving na de ontbinding van een huurovereenkomst. De appellant, [X.], had de huurovereenkomst met de geïntimeerde, [Y.], ontbonden wegens wanprestatie. De appellant stelde dat hij schade had geleden door huurderving vanaf de datum van ontbinding tot de einddatum van de overeengekomen looptijd van de huurovereenkomst, die op 31 mei 2007 viel. Het hof heeft vastgesteld dat de ontbinding van de huurovereenkomst op 1 september 2006 plaatsvond. De appellant had zijn schade onderbouwd met bewijsstukken, die door de geïntimeerde niet waren weersproken. Het hof heeft de vordering van de appellant tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de huurderving werd berekend op € 1.710,-. Daarnaast vorderde de appellant makelaarscourtage en advertentiekosten, welke ook zijn toegewezen, tot een totaalbedrag van € 766,33. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de vordering tot ontbinding en schadevergoeding toegewezen. De geïntimeerde werd veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. De uitspraak is gedaan in het kader van een procedure die begon met een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch, sector kanton, en een tussenarrest van het hof van 25 april 2006, waarin de appellant was verzocht om nadere informatie te verstrekken over de gestelde schade.