ECLI:NL:GHSHE:2006:BA0285
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. den Hartog Jager
- J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het bestaan van een huurovereenkomst tussen partijen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 oktober 2006, staat de vraag centraal of er tussen partijen, [X.] en [Y.], een huurovereenkomst is tot stand gekomen. Het hof oordeelt, net als de kantonrechter, dat op basis van de vastgestelde feiten moet worden geconcludeerd dat er inderdaad een huurovereenkomst is ontstaan. De zaak is ontstaan uit een geschil waarbij [Y.] stelt dat hij met ingang van 1 juni 2004 een eetcafé aan [X.] heeft verhuurd voor een jaar tegen een maandelijkse huurprijs van € 2.847,21. Omdat [X.] geen huur betaalde, heeft [Y.] hem gedagvaard voor de kantonrechter, wat leidde tot een verstekvonnis dat de vorderingen van [Y.] grotendeels toewijsde.
[X.] kwam in verzet tegen dit vonnis en voerde aan dat er nooit een huurovereenkomst tot stand was gekomen. De kantonrechter verwierp dit verweer en bekrachtigde het verstekvonnis, met uitzondering van de ontruimingsvordering. [X.] ging in hoger beroep, waarbij hij drie grieven aanvoerde. Het hof beoordeelt de grieven en concludeert dat de schriftelijke huurovereenkomst, die aan [X.] was aangeboden, als aanvaard kan worden beschouwd. Het hof wijst erop dat [X.] en [Z.] het café daadwerkelijk hebben geëxploiteerd, wat de aanvaarding van de huurovereenkomst bevestigt.
Het hof concludeert dat de grieven van [X.] falen en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. [X.] wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 1.142,-, bestaande uit € 248,- voor verschotten en € 894,- voor het salaris van de procureur.