ECLI:NL:GHSHE:2006:BA0301
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. Den Hartog Jager
- J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot voeging in huurprijsprocedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep van een huurder tegen een vonnis van de rechtbank Maastricht, sector kanton, dat op 9 november 2005 was gewezen. De huurder had zeven grieven aangevoerd en verzocht om vernietiging van het vonnis, alsook om de verhuurders niet-ontvankelijk te verklaren in hun vordering. De zaak betrof een geschil over de huurprijs van een woning en de huurder stelde dat er gronden waren om het appelverbod, zoals vastgelegd in artikel 7:262 lid 2 BW, te doorbreken.
Het hof beoordeelde de incidentele vordering tot voeging van de onderhavige zaak met een andere aanhangige zaak. De huurder stelde dat er sprake was van verknochtheid tussen beide zaken, wat zou rechtvaardigen dat ze samen behandeld werden. Het hof oordeelde echter dat van verknochtheid in de zin van artikel 222 Rv geen sprake was, omdat de feitelijke en juridische geschilpunten in beide zaken niet identiek waren en er geen zodanige samenhang was dat consistentie van de uitspraken geboden was.
Het hof wees de vordering tot voeging af en veroordeelde de huurder in de kosten van het incident. De uitspraak benadrukte dat de procedure met betrekking tot de huurprijs niet afdeed aan de eerdere vordering tot ontbinding en ontruiming van de huurovereenkomst, die in een andere procedure aan de orde was. De huurder had in die procedure ook een beroep gedaan op een uitspraak van de huurcommissie, maar het hof oordeelde dat deze uitspraak zijn werking had verloren door het eerdere vonnis van de kantonrechter.