ECLI:NL:GHSHE:2006:BA0819
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. van Etten
- A. Den Hartog Jager
- J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Bewijswaardering van betalingsverplichtingen in echtscheidingszaak met voorwaardelijk karakter
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, stond de bewijswaardering van een geldbedrag centraal dat de man in het kader van zijn echtscheiding jegens de vrouw had erkend. De vraag was of dit bedrag een voorwaardelijk karakter had, afhankelijk van de betaling van hypotheeklasten door de vrouw. De man had in een akte van 1 oktober 2001 betalingsverplichtingen erkend, maar stelde dat deze alleen opeisbaar waren indien de vrouw haar deel van de hypotheeklasten had gedragen. Het hof heeft getuigen gehoord en de verklaringen van de man en de vrouw in hun onderlinge samenhang beoordeeld. De man verklaarde dat de geldschuld van DM 88.000,- een zekerheid was voor de vrouw, maar de vrouw ontkende dit en stelde dat er een aparte regeling was getroffen over de hypotheek. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de man niet voldoende bewijs boden voor het voorwaardelijke karakter van de schuld. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank Roermond, waarin de man als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt en veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 7 november 2006, na een tussenarrest op 2 mei 2006, en de zaak was een vervolg op een eerder vonnis van 6 oktober 2004.