ECLI:NL:GHSHE:2006:BA4442

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C200600631
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Etten
  • A. Den Hartog Jager
  • J. van den Bergh
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentiële vordering tot voeging in hoger beroep tussen Heineken en Immomed VOF

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een incidentele vordering tot voeging in het hoger beroep van een eerder vonnis van de rechtbank Breda. De zaak betreft Heineken Nederland B.V. als appellante en Immomed VOF en anderen als geïntimeerden. Het hof heeft op 3 oktober 2006 uitspraak gedaan in het incident, waarbij Heineken een verzoek deed om voeging van de onderhavige zaak met een andere aanhangige zaak. De rechtbank had eerder op 25 januari 2006 een vonnis gewezen in de eerste aanleg, waartegen Heineken in hoger beroep ging. In het hoger beroep heeft Heineken tien grieven ingediend en verzocht om de voeging van de zaak met rolnummer C06/00644, die ook bij het hof aanhangig was. Het hof oordeelde dat de gevraagde voeging kon worden bevolen, omdat de zaken met elkaar verknocht waren. De beslissing over de kosten van het incident werd aangehouden tot de einduitspraak. Het hof heeft de voeging van de onderhavige zaak met de andere zaak bevolen en verdere beslissingen aangehouden. De uitspraak werd gedaan door de rechters M. van Etten, A. Den Hartog Jager en J. van den Bergh.

Uitspraak

C0600631/BR
ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
zevende kamer, van 3 oktober 2006,
gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HEINEKEN NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante bij exploot van dagvaarding van 13 april 2006,
eiseres in het incident,
procureur: mr. J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann,
tegen:
1. de vennootschap onder firma IMMOMED VOF,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [X.],
wonende te [woonplaats], België,
3. [Y.],
wonende te [woonplaats], België,
geïntimeerden bij gemeld exploot,
verweerders in het incident,
procureur: mr. J.E. Lenglet,
op het hoger beroep van het door de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Breda gewezen vonnis van 25 januari 2006 tussen appellante - Heineken - als gedaagde in conventie tevens eiseres in (voorwaardelijke) reconventie en geïntimeerden - Immomed c.s. - als eisers in conventie tevens verweerders in (voorwaardelijke) reconventie.
1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 311867/CV/04-3723)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij memorie van grieven tevens incidenteel verzoek om gevoegde behandeling zoals bedoeld in artikel 222 Rv heeft Heineken tien grieven alsmede een aantal subgrieven aangevoerd.
In de hoofdzaak heeft Heineken geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, in conventie tot alsnog algehele afwijzing van de vorderingen van Immomed c.s. en in (voorwaardelijke) reconventie, voor het geval het hof in de vrijwaringszaak met rolnummer C06/00644 tussen Heineken en VOF Jeepeevee Horeca, [A.]en [B.], hierna ook te noemen Jeepeevee c.s., de onderhuurovereenkomst tussen Heineken en Jeepeevee c.s. doet eindigen en aan Jeepeevee c.s. enige vergoeding toewijst ten laste van Heineken, Immomed c.s. te veroordelen om aan Heineken te voldoen al hetgeen waartoe Heineken als gedaagde in de voorwaardelijke reconventie in de procedure tot vrijwaring mocht worden veroordeeld om aan Jeepeevee c.s. te betalen.
In het incident heeft Heineken gevorderd dat de onderhavige zaak overeenkomstig het bepaalde in artikel 222 Rv gevoegd wordt behandeld met voornoemde eveneens bij het hof aanhangige zaak tussen Heineken en Jeepeevee c.s. (rolnummer C06/00644).
Tevens heeft Heineken producties overgelegd.
2.2. Bij memorie van antwoord op het incidentele verzoek om gevoegde behandeling ex artikel 222 Rv hebben Immomed c.s. zich ten aanzien van de voeging gerefereerd aan het oordeel van het hof.
2.3. Heineken heeft daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak in het incident gevraagd.
3. De vordering tot voeging en de beoordeling daarvan
3.1. Gelet op het bepaalde in artikel 353 lid 1 Rv in verbinding met artikel 222 Rv kan de gevraagde voeging worden bevolen, nu de hiervoor genoemde zaken met elkaar verknocht zijn.
3.2. Het hof zal de beslissing over de kosten van het incident aanhouden tot de einduitspraak.
4. De beslissing
Het hof:
in het incident:
beveelt de voeging van de onderhavige zaak (rolnummer C06/00631) met de eveneens bij dit hof aanhangige zaak met rolnummer C06/00644 tussen Heineken als appellante en VOF Jeepeevee Horeca, [A.]en [B.]als geïntimeerden;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de terechtzitting van dit hof van 14 november 2006 voor memorie van antwoord aan de zijde van Immomed c.s.;
in het incident en de hoofdzaak:
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Etten, Den Hartog Jager en Van den Bergh en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof op 3 oktober 2006.