In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 augustus 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch, dat op 14 november 2007 was gewezen. De verdachte, geboren in 1979 en woonachtig te Oss, was in eerste aanleg veroordeeld voor bedreiging en overtredingen van de Opiumwet. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte, dat beperkt was tot de veroordeling voor de feiten 1, 2 en 4, in behandeling genomen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 14 april 2007 meerdere bedreigende uitspraken heeft gedaan richting drie slachtoffers, en dat hij opzettelijk een aanzienlijke hoeveelheid hennep aanwezig had in zijn woning. Daarnaast heeft hij een deur, toebehorende aan de politie, vernield. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 130 uren, met een proeftijd van twee jaar. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet. Het hof heeft de strafmaat gematigd in vergelijking met de eerdere uitspraak, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte.