4.1. In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a) [appellante] was van [datum 1] tot [datum 2] bij Delta Lloyd verzekerd op basis van een aansprakelijkheidsverzekering voor garage- en aanverwante bedrijven. [appellante] heeft deze verzekering per [datum 2] opgezegd en is met ingang van die datum elders verzekerd.
b) Artikel A. 4 van de laatstelijk van toepassing zijnde polisvoorwaarden van Delta Lloyd bepaalt onder meer:
"1. Verplichtingen bij schade
Zodra de verzekeringnemer of een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis waaruit voor de maatschappij een verplichting tot uitkering kan voortvloeien, is hij verplicht:
- daarvan onmiddellijk kennis te geven aan de maatschappij;
- (. . .)
2. Verlies van recht op uitkering
Elk recht op uitkering vervalt:
- (. . .)
- als enige uit deze verzekeringsovereenkomst voortvloeiende verplichting niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij zijn geschaad;
(. . .)"
c) Artikel B. 2.1 van de genoemde polisvoorwaarden bepaalt onder meer:
"Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade van derden, mits:
- de aanspraak voor de eerste maal tegen verzekerde is ingesteld tijdens de geldigheidsduur van de verzekering en tevens tijdens deze geldigheidsduur van de verzekering voor de eerste maal schriftelijk bij de maatschappij is aangemeld en ontvangen,
- (. . .)"
d) [appellante] heeft aan [persoon 1] een personenauto van het merk BMW, type M3, verkocht en op [datum 3] afgeleverd. Bij levering van de auto heeft [appellante] aan [persoon 1] onder andere 4 sleutels meegegeven waaronder een zogenaamde portemonneesleutel.
e) [persoon 1] heeft de auto tegen onder andere diefstal verzekerd bij Nationale Nederlanden.
f) In de nacht van [datum 4] is de auto, die geparkeerd stond op de oprit van de woning van [persoon 1], gestolen. [persoon 1] heeft de diefstal bij Nationale Nederlanden gemeld.
g) Nationale Nederlanden heeft een onderzoek laten verrichten naar de achtergronden van de zaak, naar de toedracht van de diefstal en naar de eventuele aansprakelijke personen. Van dit onderzoek is een eindrapport van 20 november 2001 opgesteld.
a) In verband met de diefstal heeft Nationale Nederlanden aan [persoon 1], met inhouding van het eigen risico, in december 2001 een bedrag van E. 74.533,40 (ƒ 164.250,--) uitgekeerd.
i) Bij brief van 18 december 2001 heeft Nationale Nederlanden aan [appellante] onder meer het volgende meegedeeld:
"Op [datum 4] werd de BMW (. . .) van onze verzekerd [persoon 1] ontvreemd. Wij hebben onze verzekerde op grond van een bij ons gesloten verzekering schadeloos gesteld. Door deze betaling zijn wij in de rechten van de verzekerde getreden.
Uit enig door ons uitgevoerd onderzoek is ons gebleken dat de auto bij aflevering niet voldeed aan de eisen die aan een nieuwe auto gesteld mogen worden omdat de auto met een afwijkende sleutel werd afgeleverd. Wij houden u op deze grond aansprakelijk voor de hierdoor ontstane schade.
Wij zullen over enige tijd bij u verder op deze kwestie terugkomen.
Wij behouden ons alle rechten voor."
j) Bij brief van 10 januari 2002 heeft de raadsman van [appellante] aan Nationale Nederlanden onder meer het volgende meegedeeld:
"Cliënte overhandigde mij uw schrijven d.d. 18 december 2001. (. . .)
Cliënte betwist dat de betreffende auto (. . .) bij aflevering niet voldeed aan de eisen die aan een nieuwe auto gesteld mogen worden en dat de betreffende auto met een afwijkende sleutel zou zijn afgeleverd. Zou de auto wel met een afwijkende sleutel zijn afgeleverd, quod non, dan nog is cliënte op geen enkele wijze aansprakelijk voor enige schade, voorzover al geleden."
k) Bij brief van 5 februari 2002 heeft Nationale Nederlanden aan de raadsman van [appellante] onder meer het volgende meegedeeld:
"De auto is door uw cliënt geleverd zonder dat alle bij de auto behorende sleutels werden bijgeleverd. Daarmee voldeed de auto op dat moment niet aan de bij koop voor verzekerde te verwachten eigenschappen. Hij mag immers verwachten dat hij alle sleutels bij zijn auto krijgt geleverd. Nu bleek een sleutel toe te behoren aan een andere BMW (. . .)
Ex art 7:17 Burgerlijk Wetboek achten wij uw cliënt aansprakelijk voor de door onze verzekerde geleden schade. De dagwaarde van de gestolen auto bedroeg ƒ 167.000. Door ons is een bedrag van ƒ 164.250 uitgekeerd. Wij zijn in de rechten van onze verzekerde getreden. Wij maken tevens aanspraak op de wettelijke rente een maand na dagtekening van deze brief.
De betaling van het bedrag van ƒ 164.250 zien wij gaarne tegemoet (. . .).
l) Bij brief van 27 maart 2002 heeft de raadsman van Nationale Nederlanden aan de raadsman van [appellante] een concept-dagvaarding toegezonden en aan [appellante] een laatste termijn gesteld om aansprakelijkheid te erkennen en de schade te vergoeden.
m) Bij brief van 29 maart 2002 heeft [appellante] aan Delta Lloyd onder meer het volgende meegedeeld:
"Bij deze berichten wij u aansprakelijk te zijn gesteld door Nationale Nederlanden, omdat een cliëntauto gestolen zou zijn met een verkeerd afgeleverde sleutel.
Inmiddels hebben wij ook BMW Nederland hiervoor aansprakelijk gesteld.
Wilt u ons berichten of terzake dekking wordt verleend door bovengenoemde polis?
Wij wachten uw nadere instructies af, bijgaand treft u de correspondentie aan."
n) Bij brief van 4 april 2002 heeft Delta Lloyd aan [appellante] onder meer het volgende meegedeeld:
"Helaas moeten wij u meedelen dat deze polis geen dekking biedt voor deze schade en wel om de volgende redenen.