ECLI:NL:GHSHE:2007:BA6806
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Begheyn
- F. Fikkers
- A. Feith
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vordering tot betaling van auto-onderdelen met toepassing van Duits recht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een vennootschap naar Duits recht tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht. De vennootschap, appellante, heeft in de jaren 2001 tot en met 2003 auto-onderdelen geleverd aan de geïntimeerde, een besloten vennootschap gevestigd in Nederland. De vordering van appellante betreft een bedrag van € 6.473,21, dat zij stelt te vorderen op basis van facturen die aan de geïntimeerde zijn verzonden. De rechtbank heeft een deel van de vordering afgewezen, omdat de geïntimeerde de ontvangst van twee specifieke facturen betwistte en de rechtbank oordeelde dat de betalingen door de geïntimeerde betrekking hadden op andere openstaande vorderingen.
Het hof heeft in zijn arrest geoordeeld dat het Duitse recht van toepassing is op de vordering, aangezien de kenmerkende prestatie door appellante diende te worden verricht. Het hof heeft de appellante toegelaten tot bewijslevering over de stelling dat er oudere vorderingen openstonden op de geïntimeerde. Tevens heeft het hof bepaald dat de appellante zich moet uitlaten over de door de geïntimeerde in het geding gebrachte betalingsoverzichten. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor bewijslevering en verdere behandeling van de zaak.
De uitspraak van het hof is gedaan door de rechters M. Begheyn, F. Fikkers en A. Feith en is uitgesproken op 22 mei 2007. De zaak betreft belangrijke juridische vragen over de toerekening van betalingen en de toepasselijkheid van het Duitse recht in een civiele procedure.