4.10. Tussen partijen staat vast dat de dikte van de isolatielaag en de dikte van de mortellaag, zoals voorzien in het ontwerp, op [datum 1] tussen partijen onderwerp van discussie is geweest. Al aanstonds bij het sluiten van de overeenkomst van [datum 1] hebben partijen over die dikte andere afspraken gemaakt dan in het ontwerp van de architekt van de opdrachtgever "opdrachtgever" (punt 3.0) stond vermeld. Daaruit volgt dat zowel “appellante” als "geïntimeerde" ermee bekend waren dat het ontwerp van de vloer op dit punt verbetering behoefde. "Geïntimeerde" behoefde “appellante” hierop dus niet meer te wijzen. Dat hier sprake is van een verbetering wordt bevestigd door het TNO-rapport d.d. 13 mei 2003, pag. 14. Daarin staat "dat de gerealiseerde vloeropbouw (3 cm isolatie, 5 cm mortellaag) lagere spanningen geeft dan de in het bestek voorgeschreven vloeropbouw (6 cm isolatie, 3 cm mortellaag)". En voorts (pag. 16): "In het algemeen kan worden gesteld dat de gerealiseerde vloeropbouw (met een mortellaag van gemiddeld 5 cm dikte) beter is dan de in het bestek voorgeschreven vloeropbouw (mortellaag 3 cm)".
Deze verbetering hield echter niet in dat werd voorzien in een aparte drukverdelende laag.
4.10.1. Ofschoon, zoals bovenvermeld, "geïntimeerde" door haar onbekendheid met relevante gegevens niet bedacht behoefde te zijn op de noodzaak van een aparte drukverdelende laag, kan niettemin de vraag rijzen of "geïntimeerde" had behoren te (onder)kennen dat, nu het hier een vloer betrof in bedrijfshallen met een - ook aan "geïntimeerde" bekende - winkelbestemming, de vloeropbouw niet deugdelijk was, ook niet met inachtneming van de tussen partijen overeengekomen wijziging in de dikte van de mortellaag.
Dienaangaande overweegt het hof als volgt.
4.10.2. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden heeft "geïntimeerde" “appellante” erop gewezen dat de vloeropbouw, waaromtrent partijen al aanstonds een verbetering overeenkwamen (ook al was deze niet toereikend) een punt van zorg was, zodanig zelfs dat zij niet instond voor de sterkte van de vloer. Tijdens de uitvoering van het werk heeft "geïntimeerde" “appellante” dus wel in globale zin gewaarschuwd.
Zo wijst "geïntimeerde" op een door haar aan “appellante” gerichte brief d.d. [datum 2], die tevens op 27 november 1996 12.50 uur als faxbericht naar “appellante” is gezonden (prod. 17 cvr in conventie). In die brief is onder meer vermeld: "Wie wir Sie Samtlich telefonisch schön mitteilten können Wir nicht einstehen für Der aufbau des bodens. Dar teilweis nur 2- bis 3 cm Mortel unter die Fliese Sitz ( und Die Isolierung beim verlegen leicht Federt) is sowohl die flachheit an oberseite wie auch Der Stärke Des Bodens von uns nicht zu garantieren. Auch Dass Terrazoverlegebetrieb Die Jahrlich ca 250.000 m2 Terrazoboden verlegen können nicht Fur Die Qualität Des Bodens einstehen. Laut vereinbarung mit Hr. [...] Mussen Wir weitermachen."
Omtrent dit faxbericht heeft “appellante” bij conclusie van repliek in reconventie punt 11 gesteld: "De fax-brief van "geïntimeerde" aan “appellante” d.d. [datum 2] was mosterd na de maaltijd. De werkzaamheden waren toen reeds (zo goed als) afgerond." In hoger beroep stelt “appellante” echter
dat zij deze brief d.d. [datum 2] niet heeft ontvangen en ontkent zij dat de in de brief genoemde telefoongesprekken met de heer [...] of met de heer “appellante” zijn gevoerd (mvg d.d. 20-7-2004 punt 8, pleitnotities punt 8, mvg d.d. 9-1-2007 punt 10). Zij biedt daarvan bewijs aan.
4.10.3. Het hof passeert dit bewijsaanbod. De stelling van “appellante” dat zij die brief niet heeft ontvangen, is onverenigbaar met haar hierboven geciteerde stelling in eerste aanleg en dus ongeloofwaardig. “appellante” heeft in hoger beroep niet toegelicht hoe het mogelijk is dat zij "De faxbrief", gedateerd op [datum 2], waarvan zij in hoger beroep stelt dat zij die niet heeft ontvangen, destijds als mosterd na de maaltijd beschouwde omdat de werkzaamheden toen grotendeels klaar waren. Het bewijsaanbod is voor het overige niet terzake dienend, nu voor wat betreft het ontbreken van een apart aan te brengen drukverdelende laag op "geïntimeerde" geen waarschuwingsplicht rustte.