ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2002
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- G.A.M. Stevens
- P.A.M. Hendriks
- F. van Beuge
- Rechtspraak.nl
Klacht ex artikel 12 Sv over niet vervolgen van beklaagde wegens valsheid in geschrift, oplichting, diefstal van octrooi, overtreding van de Auteurswet en autodiefstal
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 februari 2007 uitspraak gedaan in een klacht ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Klager, wonende te Eindhoven, had een klaagschrift ingediend tegen de beslissing van de officier van justitie om de beklaagde niet te vervolgen voor verschillende strafbare feiten, waaronder valsheid in geschrift, (poging tot) oplichting, diefstal van octrooi, overtreding van de Auteurswet en autodiefstal. De feiten zijn als volgt: op 30 december 2003 deed de echtgenote van klager aangifte van autodiefstal, gepleegd door beklaagde. Klager deed op 26 augustus 2004 aangifte van valsheid in geschrift en/of (poging tot) oplichting door beklaagde. De officier van justitie besloot op 3 juni 2005 om niet tot vervolging over te gaan, omdat het een civiel geschil betrof. Klager diende daarop een klaagschrift in bij het hof, dat op 22 november 2005 in raadkamer werd behandeld. Het hof heeft de zaak vervolgens meerdere keren behandeld, waarbij klager en zijn advocaat aanwezig waren.
Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de strafbare feiten die klager aan beklaagde ten laste legde. Het hof concludeerde dat de problematiek tussen klager en beklaagde voornamelijk civielrechtelijk van aard was en dat er geen grond was voor vervolging. Het hof merkte op dat er mogelijk bereidheid aan de zijde van beklaagde was om tot een civielrechtelijke oplossing te komen. Uiteindelijk werd het beklag van klager afgewezen, en het hof oordeelde dat de vervolging van beklaagde niet opportuun was, mede gezien de aanhangige civiele procedures.