4.2. Het gaat in dit hoger beroep kort samengevat om het volgende.
4.2.1. Op 7 november 1995 is een Mercedes Benz, in eigendom toebehorend aan [persoon 1], total loss geraakt. De auto was verzekerd bij Interpolis en werd door [persoon 1] gestald bij Autoparc bv, een garagebedrijf waarvan [appellant] toen directeur was.
4.2.2. Tussen [persoon 1] en Interpolis is een akkoord gesloten omtrent de schade-uitkering door Interpolis aan [persoon 1], welk akkoord op 23 november 1995 schriftelijk is bevestigd. Interpolis heeft namens [persoon 1] de auto te koop aangeboden (via uitnodigingen aan opkopers tot het doen van een aanbod) en vervolgens verkocht.
4.2.3. Vast staat dat op de verkoop door Interpolis (namens [persoon 1]) de toentertijd vigerende Bedrijfsregeling nr. 14 (Totaalverlies/cascoverzekeringen) van het Verbond van Verzekeraars van toepassing was. Partijen hebben verklaard dat in deze Bedrijfsregeling staat dat in geval van verkoop van een total loss verklaarde auto, een sloopverklaring moet worden ondertekend door de koper.
4.2.4. In het onderhavige geval zijn er drie versies van deze sloopverklaring in omloop.
In de eerste versie (prod. 10 bij het pleidooi voor dit hof) bevat deze sloopverklaring de volgende tekst:
Accoordverklaring inzake het daadwerkelijk slopen van nader te noemen voertuig
(volgt omschrijving auto, hof)
Ondergetekende: W. de Leijer
Handelend in opdracht van: Interpolis
(naam verzekeringsmaatschappij)
(..)
Verklaart namens haar verzekerde bovengenoemd voertuig in eigendom over te dragen aan:
Via Autoparc Loon op Zand (geen naam ingevuld, hof)
(naam autodemontagebedrijf)
Voor een bedrag van : f 8000,-- incl BTW
Het autodemontagebedrijf (geen naam of adres ingevuld, hof)geeft door ondertekening te kennen eerder genoemd voertuig in eigendom te aanvaarden en verklaart:
1. het voertuig daadwerkelijk te zullen slopen
2. (..)
Boeteclausule
Bij niet-nakoming van deze verklaring door het autodemontagebedrijf, is deze een bedrag van f 10.000,-- verschuldigd aan bovengenoemde verzekeringsmaatschappij
Datum: 22.11.1995
(getekend W. de Leijer, hof)
(handtekening expert)
In deze versie zijn de ingevulde gegevens door W.G.F.J. de Leijer, verzekeringsexpert in dienst van Sarex Expertise bv, en handelend voor Interpolis, ingevuld.
In de tweede versie (prod. 1 bij pleidooi) zijn de bedrijfsgegevens en de naam van het autodemontagebedrijf ingevuld door [appellant] voorafgaand aan de zinsnede dat het bedrijf "door ondertekening te kennen geeft..." enz. Het gaat hier om "[persoon 2] Beheer en Belegging Heust 17 5325 XB Well".
Als getuige gehoord in eerste aanleg heeft [appellant] verklaard dat de tweede handtekening (naast die van De Leijer) op deze sloopverklaring van [persoon 2] afkomstig is.
Voorts is nog een derde versie van deze sloopverklaring in omloop, een "halve sloopverklaring" omdat de bovenste helft daarvan is afgescheurd (prod. 1 bij pleidooi). Deze verklaring is in dit appel niet relevant.
4.2.5. Op 24 november 1995 heeft [bedrijf 1] aan Autoparc bv een factuur gezonden voor een bedrag van f 8.500,-- incl. btw, onder de vermelding "Geleverd auto met schade".
4.2.6. Op 28 november 1995 heeft Autoparc bv aan [bedrijf 2] gefactureerd voor een "schade auto ex [bedrijf 1]" het bedrag van f 8.510,64 excl.btw, zijnde f 10.000,-- incl. btw.
4.2.7. Vast staat dat de auto niet is gesloopt, doch weer op de weg is verschenen. Interpolis heeft vervolgens de contractuele boete gevorderd van [persoon 2]. In een procedure tussen Interpolis en [persoon 2] heeft het gerechtshof te Arnhem bij in kracht van gewijsde gegaan arrest van
17 oktober 2000 geoordeeld dat [persoon 2] was geslaagd in het hem opgedragen bewijs dat tussen hem en Interpolis geen koopovereenkomst tot stand was gekomen. 4.2.8. In de onderhavige procedure vordert Interpolis van [appellant] vergoeding van de schade die zij heeft geleden omdat [appellant] jegens Interpolis onrechtmatig heeft gehandeld door bewust de sloopverklaring onjuist in te vullen, doordat hij als naam van de koper [persoon 2] heeft genoemd, terwijl Autoparc bv volgens Interpolis zelf de auto van [persoon 1] had gekocht. Het door Interpolis gevorderde schadebedrag is € 4.537,80 ter zake de gemiste boete op grond van de sloopverklaring, alsmede de kosten welke zij heeft gemaakt in verband met de door haar verloren procedure bij het gerechtshof Arnhem. In eerste aanleg had Interpolis tevens vergoeding van haar schade gevorderd van Beheermaatschappij Autoparc bv (een andere vennootschap dan Autoparc bv).
De rechtbank heeft Interpolis in haar vordering jegens Beheermaatschappij Autoparc bv niet ontvankelijk verklaard, en de vordering jegens [appellant] tot een bedrag van € 10.180,97 toegewezen. In het thans aanhangige hoger beroep is Beheermaatschappij Autoparc bv niet meer betrokken.