ECLI:NL:GHSHE:2007:BB9502
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.J. van der Kaaden
- J.W.J. Huige
- A. de Lange
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in strafvervolging wegens feitelijke woonplaats in het buitenland
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 november 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond. De verdachte, geboren in 1972 en woonachtig in Duitsland, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 14 april 2006. De kern van de zaak betreft de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de strafvervolging van de verdachte, die werd beschuldigd van het niet naleven van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (Wet BPM 1992).
Tijdens de zittingen is gebleken dat de verdachte op de controledata, 17 februari 2005 en 6 april 2005, feitelijk woonde en werkte in Duitsland, ondanks dat hij nog ingeschreven stond in Nederland. Het hof heeft vastgesteld dat volgens de Nederlandse fiscale regelgeving de woonplaats van iemand de plaats is waar hij feitelijk zijn sociale en economische binding heeft. Aangezien de verdachte op de genoemde data in Duitsland woonde en werkte, is de Wet BPM 1992 niet op hem van toepassing.
Het hof heeft geconcludeerd dat het openbaar ministerie ten onrechte een vervolging tegen de verdachte heeft ingesteld, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in deze strafvervolging. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in zijn strafvervolging.