typ. CB
rolnr. KG C07001169/BR
ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
sector civiel recht,
tweede kamer, van 4 december 2007,
gewezen in de zaak van:
ACTION-VIP CARS B.V.,
gevestigd te Tilburg,
appellante bij exploot van dagvaarding
van 26 september 2007,
procureur: mr. L.R.G.M. Spronken,
[GEINTIMEERDE],
gevestigd te [plaats],
geïntimeerde,
procureur: mr. M. Franke,
op het hoger beroep van het door de voorzieningenrechter in de rechtbank Breda gewezen vonnis in kort geding van 30 augustus 2007 tussen appellante - Action-VIP Cars - als eiseres en geïntimeerde - [geïntimeerde] - als gedaagde.
1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 178195/ KG ZA 07-424)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
2. Het geding in hoger beroep
Action-VIP Cars is van dat vonnis tijdig in hoger beroep gekomen. Zij heeft in de dagvaarding in hoger beroep, onder overlegging van elf producties (waarvan de producties 1 t/m 7 processtukken uit de eerste aanleg zijn), zeven grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis van de voorzieningenrechter en, kort samengevat, 1. opheffing van het beslag op de Audi A6 en 2. (primair) veroordeling van [geïntimeerde], op straffe van verbeurte van een dwangsom, tot teruggave van voormelde auto aan Action-VIP Cars, (subsidiair) veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van een bedrag van € 50.000,= aan Action-VIP Cars. [geïntimeerde] heeft de grieven bij memorie van antwoord, onder overlegging van vijf producties, bestreden en geconcludeerd tot bekrachtiging van het beroepen vonnis.
Daarna hebben de partijen de procesdossiers voor uitspraak overgelegd. In het procesdossier van Action-VIP Cars ontbreekt de pleitnota van [geïntimeerde] van 16 augustus 2007. Het hof heeft van dit stuk kennis genomen uit het dossier van [geïntimeerde].
3. De gronden van het hoger beroep
Hiervoor verwijst het hof naar de dagvaarding in hoger beroep.
4.1.1. Het gaat in deze zaak om het volgende:
- [geïntimeerde] heeft op 20 juli 2007 een auto, een voormalige directieauto van [bedrijf 1], een Audi A6 met het kenteken [kentekennummer] (verder de auto te noemen), verkocht en geleverd aan [persoon 1]. De koopprijs bedroeg € 55.000,=. Het ging om een auto van nog geen jaar oud (datum eerste toelating 11 oktober 2006).
- [geïntimeerde] heeft 26 juli 2007 bij de politie aangifte gedaan van oplichting door [persoon 1], daarin bestaande dat zij de auto op naam van [persoon 1] had overgeschreven en de auto aan [persoon 1] had afgegeven nadat deze haar een bewijs van overmaking van de koopprijs op haar rekening had laten zien welk bewijs van overmaking echter vals is gebleken. [persoon 1] heeft de koopprijs niet aan [geïntimeerde] overgemaakt noch op andere wijze betaald.
- [geïntimeerde] heeft, na daartoe verkregen verlof, op 26 juli 2007 conservatoir beslag tot afgifte op de auto doen leggen. De auto bevond zich toen in handen van Action-VIP Cars die deze op 21 juli 2007 van [persoon 1] had gekocht. Bij de beslaglegging waren blijkens het proces-verbaal van beslaglegging onder meer aanwezig [de wijkagent] van het Team Tilburg West van de politie Midden en West Brabant, district Tilburg en [persoon 2], algemeen directeur van Action-VIP Cars.
- [geïntimeerde] heeft de tussen haar en [persoon 1] gesloten koopovereenkomst vernietigd op de grond dat deze door bedrog van [persoon 1] tot stand was gekomen. [geïntimeerde] heeft [persoon 1] gedagvaard voor de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda. In die procedure heeft [geïntimeerde] primair veroordeling van [persoon 1] tot afgifte van de auto, op straffe van verbeurte van een dwangsom, gevorderd. [persoon 1] is in dat geding niet verschenen.
- Action-VIP Cars heeft harerzijds [geïntimeerde] in rechte betrokken en bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda opheffing gevorderd van het onder haar ten laste van [persoon 1] op de auto gelegde beslag.
- De voorzieningenrechter heeft voormelde procedures gevoegd behandeld. Bij vonnis van 30 augustus 2007 heeft de voorzieningenrechter in de zaak tussen [geïntimeerde] en [persoon 1] de primaire vordering van [geïntimeerde] toegewezen en in de zaak tussen Action-VIP Cars en [geïntimeerde] de vordering van Action-VIP Cars tot opheffing van het beslag afgewezen.
4.1.2. In de zaak tussen Action-VIP Cars en [geïntimeerde] heeft de voorzieningenrechter zowel het primaire standpunt van Action-VIP Cars - dat zij op 21 juli 2007 verkreeg van een verkoper ([persoon 1]) die beschikkingsbevoegd was - als haar subsidiaire standpunt - dat zij bij de verkrijging van de auto te goeder trouw is geweest en haar de bescherming van art. 3:86 BW toekomt - verworpen. De voorzieningenrechter legde aan dat oordeel, kort samengevat, ten grondslag dat (a) vernietiging door [geïntimeerde] van haar overeenkomst met [persoon 1] op grond van het bepaalde in art. 3:53 BW terugwerkt tot het tijdstip dat de rechtshandeling werd verricht, zodat [persoon 1] achteraf bezien nimmer de eigendom van de auto overgedragen heeft gekregen, b) de prijs waarvoor Action-VIP Cars de auto naar eigen zeggen heeft gekocht (€ 40.000,=) zoveel beneden de werkelijke waarde van de auto ligt dat Action-VIP Cars daardoor al had moeten begrijpen dat de zaak niet eerlijk was en c) Action-VIP Cars onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de auto voor een marktconforme prijs van [persoon 1] heeft gekocht en zorgvuldig onderzoek naar de herkomst van de auto heeft gedaan.
De voorzieningenrechter heeft voorts overwogen dat Action-VIP Cars evenmin genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat haar belang bij opheffing van het beslag zwaarder zou wegen dan het belang van [geïntimeerde] bij handhaving daarvan.
4.1.3. De grieven van Action-VIP Cars richten zich tegen voormelde oordelen van de voorzieningenrechter.
4.2.1. [geïntimeerde] heeft allereerst aangevoerd dat Action-VIP Cars geen spoedeisend belang meer heeft bij de voorzieningen zoals die in hoger beroep door haar worden gevorderd. [geïntimeerde] stelt primair dat dit tot niet ontvankelijk verklaring van Action-VIP Cars dient te leiden.
4.2.2. Het hof verwerpt dat standpunt. Ook al zou Action-VIP Cars bij de door haar gevorderde voorzieningen geen belang meer hebben nu aan het vonnis in eerste aanleg uitvoering is gegeven, Action-VIP Cars houdt bij het door haar ingesteld hoger beroep in elk geval belang in verband met de proceskostenveroordeling waartoe de uitspraak van de voorzieningenrechter heeft geleid. Op de vraag in hoeverre Action-VIP Cars een (voldoende spoedeisend) belang heeft bij de in hoger beroep gevraagde voorzieningen en de door [geïntimeerde] subsidiair daaraan verbonden conclusie dat dit tot afwijzing van de vorderingen moet leiden, zal het hof hierna zonodig verder ingaan.
4.3.1. De grieven I en II zijn gericht tegen het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat de overeenkomst tussen [geïntimeerde] en [persoon 1] vernietigbaar was op grond van door [persoon 1] jegens [geïntimeerde] gepleegd bedrog. Volgens Action-VIP Cars is de voorzieningenrechter ten onrechte uitgegaan van de juistheid van de stelling van [geïntimeerde] dat [persoon 1] de betaling van de tussen [geïntimeerde] en haar overeengekomen koopprijs had gesimuleerd.
4.3.2. Het hof verwerpt deze grieven. De door [geïntimeerde] gestelde gang van zaken vindt naar het oordeel van het hof vooralsnog voldoende steun in het proces-verbaal van aangifte van oplichting door [geïntimeerde] aan de politie. Voorts vindt die gang van zaken steun in het feitelijk handelen van [persoon 1], in het bijzonder de verkoop van de auto één dag na aankoop voor een aanmerkelijk lagere prijs dan waarvoor zij deze had gekocht. De enkele betwisting van Action-VIP Cars "bij gebrek aan wetenschap" doet daaraan onvoldoende afbreuk.
4.3.3. Action-VIP Cars heeft voorts nog betoogd dat van bedrog bij de totstandkoming van de koopovereenkomst niet kan worden gesproken nu [geïntimeerde] door het gewraakte handelen van [persoon 1] alleen is bewogen tot afgifte van de auto doch dit met de koopovereenkomst als zodanig niets van doen heeft. Het hof verwerpt dit betoog. In een situatie als de onderhavige waarin een auto wordt verkocht met de voor beide partijen duidelijke bedoeling dat de auto tegen directe betaling zal worden overgedragen, maakt die bedoeling onderdeel uit van hetgeen tussen partijen wordt overeengekomen. Daarmee raakt de misleiding door [persoon 1] bij de directe betaling mede de overeenkomst zelf. De misleiding door [persoon 1] bij de uitvoering van de overeenkomst onderstreept slechts dat [persoon 1] bij het aangaan van de overeenkomst bedrieglijk aan [geïntimeerde] heeft doen voorkomen dat zij met [geïntimeerde] een koopovereenkomst aanging die mede zou inhouden dat de auto tegen directe betaling zou worden geleverd.
4.4.1. De grieven III t/m V en grief VII zijn gericht tegen het verwerping door de voorzieningenrechter van het beroep van Action-VIP Cars op art. 3:86 lid 1 BW (de bescherming van de verkrijger te goeder trouw tegen beschikkingonbevoegdheid van degene van wie hij verkreeg). Het hof acht door deze grieven het beroep van Action-VIP Cars op het bepaalde in art. 3:86 lid 1 BW in volle omvang aan zijn oordeel onderworpen en zal de grieven niet alle afzonderlijk beoordelen.
4.4.2. Het hof neemt bij deze beoordeling in aanmerking dat het te dezen gaat om een - voorshands aannemelijk geachte - beschikkingsonbevoegdheid van [persoon 1] ten tijde van haar verkoop van de auto aan Action-VIP Cars die door de terugwerkende kracht van een latere vernietiging van de rechtshandeling door [geïntimeerde] is ingetreden. Aangezien het bij de toepasselijkheid van art. 3:86 BW gaat om de vraag of een verkrijger ten tijde van zijn verkrijging te goeder trouw was, dient in dit geval te worden bezien of Action-VIP Cars ten tijde van haar verkrijging van de auto te goeder trouw was. Wil de verkrijger van een gebruikte auto ten tijde van zijn verkrijging te goeder trouw zijn, dan dient hij ten minste de autopapieren te hebben onderzocht met het oog op de beschikkingsbevoegdheid van zijn voorman. De omstandigheden van het geval kunnen evenwel meebrengen dat van de verkrijger daarnaast nog nader onderzoek mag worden verlangd.
4.4.3. Het hof is met de voorzieningenrechter van oordeel dat van een professioneel in- en verkoper van gebruikte personenauto's extra oplettendheid mag worden verwacht en dat van hem bij uitstek mag worden verwacht dat hij ingeval van enige twijfel omtrent "de eerlijkheid" van een auto niet dan na een gedegen onderzoek tot aankoop van die auto overgaat en deze aan zich laat leveren. Het feit dat Action-VIP Cars een nog jonge onderneming was op dit gebied disculpeerde haar daarvan niet en kan er niet toe leiden dat aan haar - in verband met haar beroep op het bepaalde in art. 3:86 BW - die eis niet zou mogen worden gesteld.
4.4.4. Het hof is eveneens met de voorzieningenrechter van oordeel dat voor een auto als de onderhavige - een Audi A6 die op 5 oktober 2006 nieuw is gekocht voor een bedrag van € 61.534,49 (incl. € 5.029,= aan accessoires en opties) en die op 20 juli 2007 voor een koopprijs van € 55.000,= is verkocht - een koopprijs op 21 juli 2007 van € 40.000,= vooralsnog dient te worden bestempeld als een prijs die (aanmerkelijk) lager is dan de werkelijke waarde van die auto op de desbetreffende datum. Hetgeen Action-VIP Cars ter verklaring voor die lagere prijs heeft aangevoerd, leidt het hof vooralsnog niet tot een ander oordeel. Voor wat betreft de door Action-VIP Cars gestelde schade aan de auto neemt het hof daarbij in aanmerking dat [geïntimeerde] gemotiveerd heeft gesteld dat de schade aan de rechterzijde van de auto na aankoop van de auto door Action-VIP Cars door [persoon 2], een van de directeuren van Action-VIP Cars, is veroorzaakt. Die stelling is door Action-VIP Cars niet gemotiveerd betwist. Action-VIP Cars heeft tegenover die stelling haar stelling dat deze schade ten tijde van haar aankoop van de auto al aanwezig zou zijn geweest onvoldoende onderbouwd. Action-VIP Cars heeft voorts omtrent de ernst van de schade aan de linkerzijde van de auto - van welke schade [geïntimeerde] heeft gesteld dat deze, voor zover al aanwezig ten tijde van de aankoop door Action-VIP Cars, gering was - onvoldoende gesteld om een wezenlijke invloed van die schade op de koopprijs aannemelijk te achten. [geïntimeerde] heeft voorts haar stelling dat de auto een marktwaarde had van ca. € 55.000,= onderbouwd met aanbiedingen van soortgelijke auto's op de internetsite van de AutoTelegraaf, AutoScout en AutoTrack.
4.4.5. Naar het oordeel van het hof had voorts vooral het - aan Action-VIP Cars uit het kentekenbewijs van de auto kenbare - feit dat [persoon 1], een voor Action-VIP Cars onbekende particuliere verkoper, de auto zelf net een dag tevoren op haar naam had gekregen bij Action-VIP Cars de nodige twijfel ten aanzien van de beschikkingsbevoegdheid van [persoon 1] had moeten oproepen. Het hof verwerpt het standpunt van Action-VIP Cars dat de door [persoon 1] daarvoor gegeven verklaring - de auto stond op naam van het bedrijf van haar man; omdat dit bedrijf de wegenbelasting en verzekering niet kon betalen besloot men de auto op naam van [persoon 1] te zetten maar de volgende dag leek het hen toch beter om de auto maar te verkopen - een plausibele was. De verklaring van [persoon 1] laat naar het voorlopig oordeel van het hof in de gegeven omstandigheden nog zoveel twijfel bestaan dat het op de weg van Action-VIP Cars had gelegen om niet zonder nader onderzoek naar de beschikkingsbevoegdheid van [persoon 1] tot aankoop (en levering aan haar) van de auto over te gaan.
4.4.6. Voormelde feiten en omstandigheden - de lage prijs waarvoor Action-VIP Cars de auto kon verwerven, de bijzondere situatie dat het kentekenbewijs van de auto pas de dag tevoren op naam van [persoon 1] was gesteld en de vragen die de verklaring van [persoon 1] openliet - in aanmerking genomen, kon Action-VIP Cars naar het voorlopig oordeel van het hof in dit geval aan de enkele tenaamstelling van het kenteken op naam van [persoon 1] niet het gerechtvaardigde vertrouwen ontlenen dat [persoon 1] ten aanzien van die auto beschikkingsbevoegd was en dat er geen reden was om te verwachten dat er sprake was van een situatie als de onderhavige (de situatie van beschikkingsonbevoegdheid ten gevolge van de terugwerkende kracht van de vernietiging van de koopovereenkomst tussen [geïntimeerde] en [persoon 1]). Het hof is dan ook met de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat aan Action-VIP Cars niet de bescherming toekomt die een koper te goeder trouw aan het bepaalde in art. 3:86 BW kan ontlenen.
4.4.7. Action-VIP Cars heeft nog aangevoerd dat haar algemeen directeur [persoon 2] telefonisch bij de politie en de Rijksdienst voor het Wegverkeer heeft geïnformeerd of de auto gesignaleerd stond. Zij heeft die - door [geïntimeerde] betwiste stelling - verder niet met concrete feiten of gegevens onderbouwd. Doch ook indien zij op voormelde wijze bij politie en RDW zou hebben geïnformeerd en daarbij zou hebben vernomen dat de auto niet als gestolen of vermist stond geregistreerd, leidt dat het hof niet tot een ander oordeel. Het hof overweegt dienaangaande dat aan het ontbreken van een registratie geen doorslaggevende betekenis kan worden verbonden voor de beschikkingsbevoegdheid van [persoon 1] en dat het ontbreken van een registratie - die evenzeer een 'nog niet' geregistreerd kan inhouden - de hiervoor aangegeven feiten en omstandigheden die naar het oordeel van het hof aan het beroep op goede trouw van Action-VIP Cars in de weg staan onverlet laten. Het hof deelt in zoverre dan ook het oordeel van de voorzieningenrechter dat Action-VIP Cars van een, met het oog op die feiten en omstandigheden, noemenswaardig nader onderzoek naar de herkomst van de auto niet heeft doen blijken.
4.4.8. Op grond van het voorgaande falen ook de grieven III t/m V en grief VII.
4.5. Grief VI faalt eveneens. Het enkele feit dat voor Action-VIP Cars een bedrag van € 40.000,= een substantieel deel van haar vermogen is, is onvoldoende om ten aanzien van het beslag op de auto tot een andere beslissing te komen dan waartoe het voorlopig oordeel omtrent de rechtsverhouding tussen partijen aanleiding geeft.
4.6.1. Nu geen der grieven slaagt, zal het vonnis waarvan beroep worden bekrachtigd. De vorderingen zoals door Action-VIP Cars in hoger beroep geformuleerd en het door [geïntimeerde] daartegen gevoerde verweer behoeven geen verdere bespreking. Deze vorderingen moeten worden afgewezen.
4.6.2. Door beide partijen is nog bewijs van hun stellingen aangeboden. Het hof gaat daaraan reeds voorbij omdat de aard van dit geding - een kort geding - zich daarvoor niet leent.
4.6.3. Action-VIP Cars zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het hoger beroep worden verwezen.
5. De uitspraak
bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis in kort geding van 30 augustus 2007;
wijst het door Action-VIP Cars in hoger beroep meer of anders gevorderde af;
veroordeelt Action-VIP Cars in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] worden begroot op € 300,= aan verschotten en op € 894,= aan salaris procureur;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Schaik-Veltman, Fikkers en Hutten en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof op 4 december 2007.