ECLI:NL:GHSHE:2007:BC0220
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.J. van der Kaaden
- J.A. van Zon
- J.C.A.M. Claassens
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan bezwaren
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 november 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 16 maart 2007. De verdachte, geboren in 1960 en verblijvende te [woonplaats], heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en is ook niet ter terechtzitting verschenen. De dagvaarding in hoger beroep is op 9 oktober 2007 aangeboden op het opgegeven adres, maar kon niet worden uitgereikt omdat niemand op dat adres aanwezig was. De verdachte heeft geen andere adressen opgegeven waar hij bereikbaar is.
Het hof overweegt dat van een verdachte die hoger beroep instelt, verwacht mag worden dat hij de nodige maatregelen neemt om te zorgen dat de dagvaarding hem bereikt. Het hof is van oordeel dat justitie voldoende inspanningen heeft geleverd om de verdachte op de hoogte te stellen van de terechtzitting. Aangezien de verdachte niet heeft gereageerd op de dagvaarding en geen bezwaren heeft ingediend, komt het hof tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit is in lijn met artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat als de verdachte geen grieven indient, het hoger beroep zonder onderzoek van de zaak niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
De beslissing van het hof is dat het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. B.M. Hoekstra, en is openbaar uitgesproken op de zitting.