ECLI:NL:GHSHE:2007:BC2069
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- M. van Teeffelen
- A. Draijer-Udo
- J. Philips
- Rechtspraak.nl
Medebeslissingsrecht van ouders in het kader van gezag en zorg voor een kind onder Duits recht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, staat het medebeslissingsrecht van de man als gezaghebbende ouder centraal. Het hof heeft ambtshalve advies gevraagd aan het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) te 's-Gravenhage, aangezien Duits recht van toepassing is. Het IJI heeft advies gegeven over de relevante artikelen uit het Bürgerliches Gesetzbuch (BGB) en hoe deze in de Duitse rechtspraktijk geïnterpreteerd dienen te worden. De man heeft zijn vordering aangepast op basis van dit advies, en de zaak is uiteindelijk beëindigd in onderlinge overeenstemming tussen partijen.
De procedure in hoger beroep begon met een tussenarrest op 19 juni 2007, waarin de zaak werd verwezen naar de rol voor akte aan beide zijden. De vrouw heeft op 17 juli 2007 een akte genomen en zich op 14 augustus 2007 uitgelaten over de wijziging van eis in reconventie. Het hof heeft op 20 november 2007 uitspraak gedaan, waarbij het de vordering van de man toewijst, omdat deze in overeenstemming is met het Duitse recht en de vrouw instemt met de toewijzing.
De uitspraak van het hof bepaalt dat de vrouw gehouden is om over gewichtige aangelegenheden met de man te overleggen en in onderlinge overeenstemming beslissingen te nemen. Dit betreft belangrijke keuzes met betrekking tot de persoon en het vermogen van hun kind, zoals schoolkeuzes en medische aangelegenheden. Het hof heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, waarbij ieder zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad en bekrachtigt het vonnis voor het overige.