ECLI:NL:GHSHE:2007:BC2677
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A. Brandenburg
- M. Meulenbroek
- J. Keizer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake tijdige betekening van rectificatie door appellante
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 december 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen twee besloten vennootschappen, waarbij appellante in hoger beroep is gekomen van eerdere vonnissen van de rechtbank Breda. De rechtbank had op verschillende data, waaronder 15 januari 2002 en 12 juli 2006, vonnissen gewezen. Appellante heeft in haar appeldagvaarding aangegeven dat zij in hoger beroep komt van deze vonnissen, maar heeft later erkend dat zij abusievelijk het vonnis van 12 juni 2006 heeft genoemd in plaats van het eindvonnis van 12 juli 2006.
Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde niet is verschenen in het hoger beroep, waardoor verstek is verleend. Appellante heeft een akte en een memorie van grieven ingediend, maar het hof heeft geconcludeerd dat appellante niet heeft aangetoond dat de rectificatie tijdig aan de geïntimeerde is betekend. Dit is cruciaal, omdat de tijdige betekening van de rectificatie invloed heeft op de ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het hof heeft appellante de gelegenheid gegeven om bij akte aan te tonen dat de rectificatie binnen de appeltermijn van drie maanden na 12 juli 2006 aan de geïntimeerde is betekend.
De zaak is verwezen naar de rol van 8 januari 2008 voor deze akte, en het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige proceshandelingen en de gevolgen van het niet naleven van termijnen in civiele procedures.