ECLI:NL:GHSHE:2007:BD2911

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-004774-06
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H. Harmsen
  • A. de Lange
  • F. van Beuge
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis inzake overtreding van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 december 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de Rechtbank Breda. De verdachte, een rechtspersoon, werd beschuldigd van het niet naleven van voorschriften uit het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. De verdediging voerde aan dat er bij de geluidsmetingen geen nul-meting was uitgevoerd en dat er ten onrechte 10 dB aan het meetresultaat was toegevoegd. Tevens werd betoogd dat de metingen in de aanpandige slaapkamer hadden moeten plaatsvinden in plaats van in de woonkamer en keuken van de naastgelegen woning. Het hof overwoog dat de metingen en berekeningen waren uitgevoerd volgens de geldende handleiding en dat de correctie van 10 dB conform deze handleiding was toegepast. De stelling dat een nul-meting had moeten plaatsvinden, vond geen steun in het recht, en er was geen wettelijke verplichting om in een specifiek vertrek te meten. Het hof verwierp het verweer van de verdachte in al zijn onderdelen.

De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van EUR 3.500, waarvan EUR 1.500 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde het bewezen dat de verdachte opzettelijk de voorschriften had overtreden, met geluidsniveaus die meer dan 25 dB(A) overschreden. De beslissing was gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische delicten, evenals de relevante bepalingen van de Wet milieubeheer. Het hof concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten.

Uitspraak

Parketnummer : 20-004774-06
Uitspraak : 11 december 2007
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
economische kamer
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de Rechtbank Breda van 18 december 2006 in de strafzaak met parketnummer 02-994827-06 tegen:
[verdachte],
statutair gevestigd te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd, dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal veroordelen tot een geldboete van EUR 3.500,-, waarvan EUR 1.500,- voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 26 maart 2006 en/of 23 april 2006 en/of 26 april 2006 te Geertruidenberg, in elk geval in Nederland, als degene die een inrichting als bedoeld in artikel 2 van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, gelegen [adres], dreef, al dan niet opzettelijk, er niet voor heeft zorggedragen dat een of meer voorschriften die zijn opgenomen in de bij het genoemde besluit behorende bijlage, werden nageleefd, immers bedroeg het equivalente geluidsniveau (LAeq) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden in een aanpandige woning aan de [adres] respectievelijk ongeveer 46 dB(A), 39 dB(A) en/of 41 dB(A), in elk geval (telkens) meer dan 25 dB(A).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 26 maart 2006 en 23 april 2006 en 26 april 2006 te Geertruidenberg, als degene die een inrichting als bedoeld in artikel 2 van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, gelegen [adres], dreef, opzettelijk, er niet voor heeft zorggedragen dat een of meer voorschriften die zijn opgenomen in de bij het genoemde besluit behorende bijlage, werden nageleefd, immers bedroeg het equivalente geluidsniveau (LAeq) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden in een aanpandige woning aan de [adres] respectievelijk ongeveer 46 dB(A), 39 dB(A) en 41 dB(A), in elk geval telkens meer dan 25 dB(A).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan wordt vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
A1.
De vertegenwoordiger van verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep - zakelijk weergegeven - aangevoerd, dat bij de geluidsmetingen ten onrechte geen nul-meting heeft plaatsgevonden. Voorts heeft de vertegenwoordiger van verdachte aangevoerd, dat er ten onrechte 10 dB ter correctie aan het meetresultaat is toegevoegd, terwijl in zijn visie 10 dB van de norm had dienen te worden afgetrokken. Daarnaast is de vertegenwoordiger van verdachte van mening dat het geluid had moeten worden gemeten in de aanpandig gelegen slaapkamer, in plaats van in de woonkamer en de keuken van de naastgelegen woning.
A2.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Uit het dossier blijkt dat telkens is gemeten en gerekend overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai’ IL-HR-13-01 (methode 1981). Ook de toegepaste correctie met 10dB is conform deze Handleiding geschied.
De stelling dat bij de onderhavige geluidsmetingen een nul-meting had moeten plaatsvinden vindt geen steun in het recht. Evenmin is voorgeschreven in welk vertrek van een aanpandige woning moet worden gemeten.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is geen omstandigheid gebleken, noch aannemelijk geworden, dat doet twijfelen aan de juistheid van de uitgevoerde geluidsmetingen en de resultaten daarvan. Het verweer wordt daarom in al zijn onderdelen verworpen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde is voorzien bij voorschrift 1.1.1 van de bijlage behorende bij het Besluit horeca, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer juncto artikel 4, eerste lid, van dat besluit, juncto artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer, junctis de artikelen 1a, aanhef en onder 1, en 2, eerste lid, van de Wet op de economische delicten en strafbaar gesteld bij artikel 6, eerste lid, aanhef en onder 1, van de Wet op de economische delicten, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het wordt gekwalificeerd zoals hierna in de beslissing wordt vermeld.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf of maatregel
Het hof acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de aard en hoedanigheid van de verdachte rechtspersoon en haar draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24 en 51 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 8.40 van de Wet milieubeheer, artikel 4 van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer en voorschrift 1.1.1 behorende bij het Besluit horeca, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert:
Overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon.
Verklaart verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van EUR 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro).
Bepaalt, dat een gedeelte van de geldboete, groot EUR 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro), niet zal worden ten uitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr. H. Harmsen, voorzitter,
mr. A. de Lange en mr. F. van Beuge,
in tegenwoordigheid van mr. I. Kroes, griffier,
en op 11 december 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken.