ECLI:NL:GHSHE:2007:BD6472

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
K07/0348
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • G.A.M. Stevens
  • P.A.M. Hendriks
  • C. de Bruijne
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht ex artikel 12 Sv inzake niet-ontvankelijkheid van klaagster in haar beklag over beslissing tot niet vervolgen

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 december 2007 uitspraak gedaan over een klacht ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, de moeder van een meerderjarige zoon, had een klaagschrift ingediend omdat de officier van justitie had besloten om de zaak tegen de beklaagde niet te vervolgen. De zoon had op 15 juli 2006 aangifte gedaan van mishandeling door de beklaagde, maar de officier van justitie had op 2 mei 2007 meegedeeld dat er niet zou worden vervolgd, omdat er een schikkingsbedrag was betaald.

Klaagster diende op 22 juli 2007 een klaagschrift in bij het hof, maar het hof overwoog dat zij niet als rechtstreeks belanghebbende kon worden aangemerkt, aangezien haar zoon ten tijde van het indienen van het klaagschrift meerderjarig was. Bovendien ontbrak een schriftelijke machtiging van de zoon aan klaagster om namens hem te klagen. Tijdens de behandeling van het klaagschrift op 4 december 2007 was klaagster niet verschenen, en de advocaat-generaal adviseerde het hof om klaagster niet-ontvankelijk te verklaren.

Het hof heeft de klacht van klaagster afgewezen en haar niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee raadsheren, waarbij mr. De Bruijne niet in staat was om de beschikking mede te ondertekenen. De uitspraak benadrukt het belang van de status van de klager en de noodzaak van een schriftelijke machtiging in dergelijke zaken.

Uitspraak

K07/0348
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Beschikking van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 4 december 2007 inzake het beklag ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering van:
(klaagster),
wonende te Helmond,
hierna te noemen: klaagster,
over de beslissing van de officier van justitie te 's-Hertogenbosch tot het niet vervolgen van:
(beklaagde),
wonende te Oss,
hierna te noemen: beklaagde,
te dezer zake domicilie kiezende ten kantore van mr. B.L.A. Ruijs, advocate te Oss,
wegens mishandeling.
De feitelijke gang van zaken.
Op 15 juli 2006 heeft de meerderjarige zoon van klaagster aangifte gedaan van mishandeling, beweerdelijk jegens hem gepleegd door beklaagde.
Op 2 mei 2007 is namens de officier van justitie aan de zoon van klaagster bericht dat de zaak niet zal worden vervolgd omdat er een schikkingsbedrag is betaald.
Hierop heeft klaagster bij schrijven van 22 juli 2007 een klaagschrift ingediend bij het hof, ingekomen ter griffie van het hof op 24 juli 2007, met het verzoek de vervolging te bevelen.
De advocaat-generaal heeft in het schriftelijk verslag van 11 september 2007 het hof geraden het beklag gegrond te verklaren.
Op 4 december 2007 is het klaagschrift in raadkamer van het hof behandeld. Klaagster, ofschoon behoorlijk opgeroepen, is niet verschenen.
De advocaat-generaal heeft in afwijking van het schriftelijk verslag het hof geraden klaagster in het beklag niet-ontvankelijk te verklaren.
De beoordeling.
Klaagster stelt dat haar meerderjarige zoon (de zoon) (geboren op 16 oktober 1984) is mishandeld door beklaagde.
Het hof overweegt dat, nu (de zoon) ten tijde van het indienen van het klaagschrift meerderjarig was, klaagster niet valt aan te merken als rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Voorts blijkt niet dat de klacht namens (de zoon) is gedaan, nu het dossier geen schriftelijke machtiging aan klaagster bevat om namens (de zoon) te klagen.
Klaagster dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar beklag.
Het beklag zal op die grond worden afgewezen.
De beslissing.
Het hof verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beklag en wijst op die grond het beklag af.
Aldus gegeven door
mr. G.A.M. Stevens, als voorzitter,
mrs. P.A.M. Hendriks en C. de Bruijne, als raadsheer,
in tegenwoordigheid van mr. R.J. Gras, als griffier.
op 4 december 2007.
Mr. De Bruijne is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.