ECLI:NL:GHSHE:2008:1051

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 april 2008
Publicatiedatum
25 april 2013
Zaaknummer
HD 103.001.349
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Etten
  • A. den Hartog Jager
  • J. van den Bergh
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvullend voorschot deskundigenonderzoek in civiele procedure

In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 april 2008, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure. De appellant, vertegenwoordigd door procureur mr. G.J.W. Verschuur, heeft het hof verzocht om een aanvullend voorschot voor een deskundigenonderzoek. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door procureur mr. B.Th.H. Boomsma, heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van het aanvullende voorschot dat door de deskundige was verzocht. Het hof had eerder in een tussenarrest een deskundigenonderzoek bevolen en een voorschot van € 2.500,- exclusief btw vastgesteld, dat door de geïntimeerde moest worden voldaan. De deskundige heeft echter aangegeven dat dit bedrag onvoldoende was en heeft om een aanvullend voorschot van € 3.500,- exclusief btw verzocht. Dit verzoek werd door het hof gehonoreerd, waarna de geïntimeerde het aanvullende voorschot heeft betaald.

Vervolgens heeft de deskundige in februari 2008 een tweede aanvullend voorschot van € 3.880,- exclusief btw aangevraagd, wat opnieuw leidde tot bezwaar van de geïntimeerde. Het hof heeft het bezwaar ongegrond verklaard en bepaald dat de geïntimeerde dit tweede aanvullende voorschot moest voldoen. De beslissing over het tweede aanvullende voorschot werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de geïntimeerde het bedrag moest betalen, ongeacht een eventueel hoger beroep. Het hof heeft de termijn voor het indienen van het schriftelijke bericht ter griffie vastgesteld op drie maanden na de datum van de uitspraak. De verdere beslissingen in de zaak zijn aangehouden, wat betekent dat het hof later zal beslissen over andere aspecten van de zaak.

Uitspraak

zaaknr. HD 103.001.349/01
ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
sector civiel recht,
zevende kamer, van 29 april 2008,
gewezen in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats] , hierna: “ [appellant] ”,
appellant,
verweerder in het incidentele appel,
procureur: mr. G.J.W. Verschuur,
tegen:
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] , hierna: “ [geïntimeerde] ”,
geïntimeerde,
eiseres in het incidentele appel,
procureur: mr. B.Th.H. Boomsma,
als vervolg op het arrest van het hof van 19 december 2006 op het hoger beroep van de door de rechtbank 's‑Hertogenbosch gewezen vonnis van 18 augustus 2004 tussen [geïntimeerde] als eiseres in conventie tevens verweerster in reconventie en [appellant] tezamen met [zus van appellant 1] en [zus van appellant 2] (hierna tezamen: [appellant] c.s.) als gedaagden in conventie tevens eisers in reconventie.
--------------------------------------------------

6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep en de verdere beoordeling

6.1.
Bij het tussenarrest heeft het hof een deskundigenonderzoek bevolen en Th.W.J. van der Walle (verbonden aan [taxatie- en adviesbureau] Taxatie- en adviesbureau, Postbus [postbus] , [postcode] [kantoorplaats] ) tot deskundige benoemd. Het aan deze deskundige te betalen voorschot is in het tussenarrest bepaald op een bedrag van € 2.500,- excl. btw (€ 2.975,- incl. btw). Bepaald is voorts dat [geïntimeerde] dit voorschot dient te voldoen. De termijn van inzending van het rapport van de deskundige is bepaald op drie maanden nadat door de griffier de ontvangst van het voorschot zou zijn bericht.
6.2.
[geïntimeerde] heeft op 5 maart 2007 genoemd voorschot op de in het tussenarrest aangegeven wijze voldaan.
6.3.
De deskundige heeft bij brief van 8 juni 2007 aan het hof bericht dat hij verwacht dat het voorschot van € 2.500,- onvoldoende zal zijn en heeft hij om een aanvullend voorschot van € 3.500,- excl. btw (€ 4.165,- incl. btw) verzocht. Tevens heeft hij om verlenging van de termijn voor het uitbrengen van zijn rapport verzocht.
6.4.
[geïntimeerde] heeft bij op 10 juli 2007 ter griffie ingekomen (ongedateerde) brief bezwaar gemaakt tegen de hoogte van het aanvullende voorschot en tegen de bepaling dat zij dit voorschot dient te voldoen. Het hof heeft het aanvullende voorschot vervolgens bepaald op het door de deskundige verzochte bedrag, door [geïntimeerde] te voldoen.
6.5.
[geïntimeerde] heeft haar bezwaar niet gehandhaafd en heeft het aanvullende voorschot van € 4.165,- incl. btw op 23 oktober 2007 betaald.
6.6.
Bij brief van 15 februari 2008 heeft de deskundige aan de griffie van het hof bericht dat hij zijn concept rapport aan partijen heeft voorgelegd, dat hij voor de tot nu toe verrichte werkzaamheden een bedrag van € 7.280,-excl. btw in rekening dient te brengen en dat hij verwacht, in aanvulling op het aan voorschot reeds ontvangen bedrag van in totaal € 6.000,- excl. btw, nog een bedrag van € 3.880,- excl. btw voor zijn werkzaamheden in rekening te zullen brengen. Hij verzoekt om toekenning van een tweede aanvullende voorschot van € 3.880,- excl. btw (€ 4.617,20 incl. btw).
6.7.
Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld op dit verzoek te reageren. [geïntimeerde] heeft bij brief van 17 april 2008 bezwaar gemaakt tegen de hoogte van het aanvullende voorschot.
6.8.
Het hof is van oordeel dat de omvang van de extra werkzaamheden zoals door de deskundige toegelicht in zijn brief van 15 februari 2008 het opleggen van een tweede aanvullend voorschot in omvang als verzocht rechtvaardigt. Het bezwaar van [geïntimeerde] wordt ongegrond verklaard. Hierna zal worden bepaald dat [geïntimeerde] als eisende partij het tweede aanvullende voorschot van € 3.880,- excl. btw (€ 4.617,20 incl. btw) dient te betalen.
6.9.
Het hof zal de beslissing over het tweede aanvullende voorschot op de voet van art. 233 Rv uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
6.10.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

7.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat voor de kosten van de deskundige naast het door [geïntimeerde] betaalde voorschot van € 2.500,- excl. btw (€ 2.975,- incl. btw) en het aanvullende voorschot van € 3.500,- excl. btw (€ 4.165,- incl. btw), een tweede aanvullend voorschot van € 3.880,- excl. btw (€ 4.617,20 incl. btw) dient te worden betaald;
bepaalt dat [geïntimeerde] dit tweede aanvullende voorschot van € 4.617,20 incl. btw
binnen 4 weken na hedenzal overmaken naar rekeningnummer 19.23.25.787 ten name van Arrondissement 536 ’s-Hertogenbosch onder vermelding van
HD103.001.349;
verklaart deze beslissingen uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat de deskundige het onderzoek eerst zal voortzetten nadat de griffier heeft bericht dat het voorschot is ontvangen;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd nader op
drie maandenna heden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. Van Etten, Den Hartog Jager en Van den Bergh en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof op 29 april 2008.
griffier rolraadsheer