In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 april 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Maastricht. De verdachte, geboren in 1974 en thans verblijvende in een penitentiaire inrichting, is veroordeeld voor twee pogingen tot moord. De feiten vonden plaats op 13 augustus 2006 te Limbricht, waar de verdachte met een mes meerdere keren heeft gestoken naar twee slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het eerdere vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van 8 jaar, met aftrek van voorarrest, en een schadevergoeding aan de benadeelde partij van EUR 6.403,46. Het hof heeft het beroep van de verdachte verworpen, de bewijsvoering van de rechtbank niet volledig kunnen verenigen, maar heeft om redenen van efficiency het gehele vonnis vernietigd. Het hof achtte de verdachte schuldig aan de ten laste gelegde feiten, waarbij het hof oordeelde dat er sprake was van voorbedachte rade. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar en moet de schadevergoeding aan [slachtoffer 1] betalen. De beslissing is gebaseerd op artikelen 24c, 36f, 45, 57 en 289 van het Wetboek van Strafrecht.