ECLI:NL:GHSHE:2008:BC7970
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Everaars-Katerberg
- A. Smeenk-van der Weijden
- J. Pellis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige kinderen en ontvankelijkheid van de moeder
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen de beschikkingen van de rechtbank Breda, waarbij machtigingen tot uithuisplaatsing van haar kinderen, [minderjarige A.] en [minderjarige B.], zijn verleend aan de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. De moeder is niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen de eerste machtiging, omdat zij hier geen gebruik van heeft gemaakt binnen de gestelde termijn van drie maanden na afgifte. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het in het belang van de kinderen was om hen uit huis te plaatsen, omdat er onvoldoende vertrouwen was in de zorgcapaciteiten van de moeder. De moeder heeft in haar beroepschrift betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij niet in staat is om voor de kinderen te zorgen en dat er geen noodzaak was voor uithuisplaatsing. Ze heeft ook aangevoerd dat de rechtbank niet voldoende rekening heeft gehouden met de mogelijkheid dat de kinderen bij de vader konden wonen.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de moeder een ambivalente houding aanneemt ten aanzien van hulpverlening en dat er zorgen zijn over haar vermogen om de opvoeding van de kinderen op zich te nemen. De stichting heeft aangegeven dat de moeder zich niet openstelt voor hulp en dat er een gebrek aan samenwerking is. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar hoger beroep tegen de beschikking betreffende [minderjarige A.], omdat de stichting geen gebruik heeft gemaakt van de beschikking binnen de termijn. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Breda met betrekking tot [minderjarige B.] bekrachtigd, omdat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor haar verzorging en opvoeding. De beslissing van het hof is genomen op 13 maart 2008.