ECLI:NL:GHSHE:2008:BC8293
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.H.J.M. Mertens - Steeghs
- H. Eijsenga
- F. van Es
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in dierenverwaarlozingszaak wegens onvoldoende bewijs van eigenaarschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 februari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch. De verdachte werd beschuldigd van het onthouden van de nodige verzorging aan verschillende dieren, waaronder pony's, schapen en geiten, in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 21 januari 2005 te Bladel. De tenlastelegging omvatte onder andere het niet zorgen voor voldoende drinkwater en voedsel voor de dieren, alsook het niet bieden van beschutting tegen slechte weersomstandigheden.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting kwam naar voren dat de in de tenlastelegging genoemde dieren niet toebehoorden aan de verdachte, maar dat hij het perceel ter beschikking had gesteld aan medeverdachten. De verdachte had slechts incidenteel bemoeienis met de dieren, zoals het vullen van een waterbak. Het hof oordeelde dat de feiten en omstandigheden niet voldoende waren om vast te stellen dat de verdachte als eigenaar, houder of hoeder van de dieren kon worden aangemerkt, zoals bedoeld in artikel 1 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Op basis van deze overwegingen heeft het hof besloten de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij, omdat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken, vooral in gevallen van dierenverwaarlozing waar de verantwoordelijkheden van de verdachte niet duidelijk zijn aangetoond.