4.2. Het gaat in deze zaak, kort samengevat, om het volgende.
a. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 1] heeft in april 2001 aan [geïntimeerde sub 2] volmacht verleend voor het gebruik van een bankrekening op naam van [bedrijf 1] bij de Rabobank. [geïntimeerde sub 2] heeft van deze volmacht gedurende de periode april 2001 tot oktober 2001 gebruik gemaakt. Op de bankrekening op naam van [bedrijf 1] heeft [geïntimeerde sub 2] bedragen ontvangen die waren overgemaakt door Poseidon Industries B.V., de vennootschap voor wie [geïntimeerde sub 2] destijds werkte.
b. [appellant sub 1 c.s.], althans [appellant sub 1], heeft tot eind september 2001 voor onder meer [geïntimeerde sub 3] en [geïntimeerde sub 1] accountants- en advieswerkzaamheden verricht.
c. [appellant sub 1 c.s.] heeft bij factuur van 1 juli 2001
NLG 9.817,50 inclusief BTW aan [geïntimeerde sub 1] in rekening gebracht wegens werkzaamheden over de periode 1 januari t/m 30 maart 2001 inzake "Bijeenkomsten ten kantore inz. [naam]/[geïntimeerde sub 2], bijwonen zittingen kantongerecht, (telefonisch)overleg cliënt, (telefonisch) overleg [naam], bestuderen/doornemen processtukken, contacten Politie Oosterhout".
d. [appellant sub 1 c.s.] heeft bij factuur van 4 augustus 2001 NLG 2.023,- inclusief BTW aan [geïntimeerde sub 1] in rekening gebracht wegens honorarium "over het tijdvak 1 september t/m 30 september 2001".
e. [geïntimeerde sub 2] heeft de opdracht aan [appellant sub 1 c.s.] beëindigd. Vanaf eind september 2001 werden de voorheen door [appellant sub 1 c.s.] verrichte accountants- en advieswerkzaamheden verricht door [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2]).
f. Bij brief van 9 oktober 2001 heeft [appellant sub 1 c.s.] inzake "[geïntimeerde sub 2]/[appellant sub 1]" onder meer het volgende aan [bedrijf 2] medegedeeld:
Tegen betaling van het restant van mijn declaratie d.d. 1 juli 2001 j.l., de voorschotnota over de maand september 2001 en de declaratie van [administratiekantoor] over dezelfde maand ben ik bereid de door u gevraagde documenten te overhandigen. Ik zie daarmede af van de betaling van de slotdeclaratie betreffende de jaarafsluiting, - ik breng u in herinnering dat de balansen, weliswaar niet in rapportvorm, reeds aan uw cliënten zijn overhandigd en, naar ik aanneem, in uw bezit -, alsmede betaling van mijn declaratie voor het bijwonen van de kantongerechtprocedures in de zaak [geïntimeerde sub 2]/[naam] in het tweede kwartaal 2000.
g. [appellant sub 1 c.s.] heeft op 9 oktober 2001 twee facturen aan [geïntimeerde sub 1] verzonden, één factuur ad NLG 4.165,- inclusief BTW met de omschrijving "jaarafsluiting administraties" en één factuur ad NLG 2.142,- inclusief BTW met de omschrijving "bijwonen kantongerechtzittingen [geïntimeerde sub 2]/[naam]".
h. Bij brief van 17 oktober 2001 heeft [bedrijf 2] onder meer het volgende aan [appellant sub 1] medegedeeld:
Cliënt: [geïntimeerde sub 3]
[...]
Onder verwijzing naar ons telefoongesprek van hedenmorgen inzake overdracht stukken 1999-2000-2001 ten behoeve van onze accountantsopdracht bevestigen wij hiermede gemaakte afspraken.
* Ondergetekende haalt hedenmiddag circa 15.00 uur de onderstaande gegevens op bij uw kantoor te Breda:
[...]
* Bij de overdracht van de stukken wordt door ons contant het bedrag ad f 1.827,84 voldaan inzake werkzaamheden van uw echtgenote ([administratiekantoor]) over de maand september 2001 (nota dd 03-10-2001);
* Cliënten voldoen uw openstaande nota's zoals verwoord in
uw schrijven van 9 oktober 2001 middels maandelijkse betaling groot f 1.000 ingaande 1 november 2001 middels overmaking op [...].
i. Bij brief van 5 november 2001 heeft [appellant sub 1 c.s.] aan [geïntimeerde sub 3] onder meer het volgende medegedeeld:
Ondanks uw toezegging, gedaan door uw accountant [...], bij brief d.d. 17 oktober j.l., heb ik helaas moeten constateren dat de deelbetaling per 1 november ad f. 1.000,-- niet is geschied.
Dit betekent dat ik mij niet langer gebonden acht aan mijn aanbod, gedaan per schrijven d.d. 9 oktober 2001 j.l. aan [bedrijf 2] voornoemd en dat bijgevolg, buiten het bedrag ad f. 4.700,50 van bedoeld aanbod, tevens de bedragen van de declaraties d.d. 9 oktober 2001 j.l. tot een totaal van f 6.307,- van u zullen worden gevorderd.
j. [geïntimeerde sub 1] heeft op 13 november 2001 twee facturen aan [appellant sub 1 c.s.] gezonden, één factuur ad NLG 4.016,25 inclusief BTW met de omschrijving "Onderhoud, configureren, aanpassen (3de systeem)" en één factuur ad NLG 7.765,35 inclusief BTW met de omschrijving "Leveringen systemen". Op beide facturen is vermeld "zoals afgesproken rekening sturen in november 2001".
k. Namens [geïntimeerde sub 1] is [appellant sub 1 c.s.] bij brieven van
7 november 2002 en 20 december 2002 gesommeerd het volgens [geïntimeerde sub 1] totaal verschuldigde te voldoen en ter zake in gebreke gesteld.
l. [appellant sub 1 c.s.] heeft op 23 april 2003 aan [geïntimeerde sub 1] een factuur ad EUR 3.207,05 inclusief BTW gezonden met de omschrijving "nacalculatie jaarrekeningen 2000, correspondentie, telefonie en faxverkeer Accountantskantoor [bedrijf 2]".