8.10. Met betrekking tot het subsidiaire standpunt van [appellante sub 1 c.s.] zal het hof ervan uitgaan dat [appellante sub 1 c.s.] het door haar gestelde aantal overtredingen in de Noordervaart-gevallen beperkt tot 57, zoals opgesomd in de mne blad 4 tot en met 10.
Van deze gevallen maken 22 Focwa-gevallen deel uit, te weten nrs. 8, 14, 15, 16, 20, 21, 22, 24, 30, 34, 36, 42, 43, 45, 46, 48, 49, 50, 52, 54, 55 en 56.
Ook nr. 46 is een Focwa-geval, doch dit geval laat het hof hier buiten beschouwing, nu dat hierna wordt besproken in rov. 8.10.3. Met betrekking tot het schadegeval van [getuige 11] (nr. 56: 2003 boekstuk 758) staat vast dat dit geval is aangemeld. De getuige [getuige 11] heeft immers verklaard dat [geïntimeerde sub 1 c.s.] in zijn bijzijn naar [appellante sub 1 c.s.] heeft gebeld om daar de reparatie te doen plaatsvinden.
8.10.1. Met betrekking tot de overige 21 Focwa-gevallen is bewezen dat deze niet vooraf ter reparatie zijn aangeboden aan [appellante sub 1 c.s.]. [geïntimeerde sub 1 c.s.] heeft dat ook erkend.
Zoals het hof in rov. 4.12.1. heeft geoordeeld levert dit echter niet zonder meer een toerekenbare tekortkoming zijdens [geïntimeerde sub 1 c.s.] op ten aanzien van haar aanbiedingsplicht. In Focwa-gevallen mocht [geïntimeerde sub 1 c.s.] zich immers van die aanbieding onthouden in verband met de wens van de klant of de verzekeringsmaatschappij, nu [appellante sub 1 c.s.] niet bij de Stichting Schadegarant en/of Focwa was aangesloten.
[geïntimeerde sub 1 c.s.] diende te bewijzen in welke gevallen zich deze situatie zich heeft voorgedaan.
Dat bewijs heeft [geïntimeerde sub 1 c.s.] slechts geleverd ten aanzien van de 9 Focwa-gevallen met betrekking tot nieuwe Hyundai-auto's of leaseauto's, niet ten aanzien van de overige Focwa-gevallen.
8.10.2. [geïntimeerde sub 1 c.s.] noemt in de nadere akte d.d. 15 januari 2007 (punt 4) 8 gevallen van nieuwe Hyundai-auto's of leaseauto's, terwijl het volgens [appellante sub 1 c.s.] om 9 gevallen gaat, te weten die vermeld in de mne, blad 6-9, nrs. 20, 24, 30, 34, 36, 42, 43, 52 en 55). Het hof zal uitgaan van deze 9 gevallen.
De stelling van [geïntimeerde sub 1 c.s.] dat de importeur van Hyundai met betrekking tot genoemde 9 gevallen heeft geëist dat reparatie door een Focwa-reparateur plaatsvond, is door [appellante sub 1 c.s.] gemotiveerd betwist. [geïntimeerde sub 1 c.s.] heeft die stelling echter toegelicht met een beroep op een schadeherstelidentificatieovereenkomst d.d. 21 juni 2004 en de daarbij als bijlage 2 gevoegde "Erkend Reparateur Standaarden" van Hyundai, en betoogd dat zij aan die standaarden ook al gebonden was in de periode 2001-2003 waarin genoemde 9 gevallen ter reparatie aan [appellante sub 1 c.s.] moesten worden aangeboden.
Het hof leidt uit het reparateurscontract af dat het gebruikelijk was dat nieuwe Hyundai-auto's die beschadigd waren, in verband met de garantievoorwaarden diende te worden hersteld door een bij Focwa/Schadegarant aangesloten schadeherstelbedrijf en dat van een dealer van Hyundai-auto's redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat hij zich daar niet aan hield. [appellante sub 1 c.s.] heeft dat onvoldoende gemotiveerd betwist. Het hof gaat er daarom vanuit dat [geïntimeerde sub 1 c.s.] in de hier bedoelde 9 gevallen niet toerekenbaar is tekortgeschoten.
8.10.3. Met betrekking tot de overige Focwa-gevallen heeft [geïntimeerde sub 1 c.s.] geen enkel bewijs bijgebracht dat het hier gevallen betreft waarin de klant of verzekeringsmaatschappij heeft verlangd dat herstel diende plaats te vinden door een Focwa/schadegarant-reparateur. Zulks had op haar weg gelegen, nu [appellante sub 1 c.s.] dat heeft betwist.
Hiermee staan 12 overtredingen in de Noordervaart-gevallen vast.
8.10.3. Onder de 57 Noordervaart-gevallen resteren na aftrek van de 22 Focwa-gevallen nog 35 andere gevallen.
Hiervan heeft [appellante sub 1 c.s.] in één geval bewezen dat reparatie niet vooraf is aangeboden, te weten in het schadegeval waarover [getuige 7] als getuige heeft verklaard (schadegeval vermeld in mne, blad 8, nr. 47: [naam] d.d. 28 februari 2003, boekstuk 159). Voor het overige is het bijgebrachte bewijs onvoldoende, omdat de verklaringen die [appellant sub 2] en [appellant sub 3] hebben afgelegd, verklaringen van partijgetuigen zijn en daarom slechts ten voordele van [appellante sub 1 c.s.] bewijs kunnen opleveren ter aanvulling van onvolledig ander bewijs (art. 164 Rv). Ander bewijs is slechts voorhanden met betrekking tot voormeld schadegeval van [naam]-[getuige 7].
Hetgeen [appellante sub 1 c.s.] in de mne pagina 3 tot en met 9 meer specifiek stelt met betrekking tot de aldaar onderscheiden schadeherstelgevallen bevat geen ander (onvolledig) bewijs met betrekking tot andere Noordervaart-gevallen dan [naam]-[getuige 7] waarop de verklaringen van [appellant sub 2] en [appellant sub 3] ter aanvulling kunnen strekken.
[appellante sub 1 c.s.] heeft gesteld dat het commentaar van [geïntimeerde sub 1 c.s.] met betrekking tot een aantal schadegevallen vals is. Echter, zonder nader bewijs, dat ontbreekt, kan het hof dat niet aannemen. [geïntimeerde sub 2] heeft onder ede als getuige verklaard:
"De onder A. genoemde herstelopdrachten die Noordervaart heeft uitgevoerd omvatten voor een deel herstelopdrachten die dienden te worden uitgevoerd door een bedrijf dat was aangesloten bij Schadegarant of Focwa (...) en herstelopdrachten die daar niet onder vielen. De laatstgenoemde herstelopdrachten heb ik alle aangeboden aan [appellante sub 1 c.s.] en die aanbieding heeft [appellante sub 1 c.s.] niet geaccepteerd.". Ter ondersteuning van deze verklaring heeft [geïntimeerde sub 1 c.s.] de getuigen [getuige 11], [getuige 12] en [getuige 13] doen horen (klanten van [geïntimeerde sub 1 c.s.]) die allen verklaren dat in hun geval aanbieding aan [appellante sub 1 c.s.] heeft plaatsgevonden. Ook de verklaring van [getuige 6] biedt steun aan de verklaring van [geïntimeerde sub 2].
Gelet op deze getuigenverklaringen had het op de weg van [appellante sub 1 c.s.] gelegen nader bewijs bij te brengen omtrent de gevallen waarin [geïntimeerde sub 1 c.s.] ten onrechte de herstelopdracht niet heeft aangeboden aan [appellante sub 1 c.s.].