ECLI:NL:GHSHE:2008:BD3828
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.J.A. Smeenk-van der Weijden
- P. Pellis
- A. van Zinnen
- Rechtspraak.nl
Anticipatie op de Reparatiewet gesloten jeugdzorg en instemmingsvereiste voor plaatsing in JJI
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant tegen een beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 17 maart 2008. De zaak betreft de plaatsing van een minderjarige, aangeduid als [geintimeerde], in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De rechtbank had eerder een machtiging verleend voor deze plaatsing, maar het verzoek van de stichting om deze machtiging ten uitvoer te leggen in een justitiële jeugdinrichting (JJI) werd afgewezen, omdat zowel [geintimeerde] als haar moeder geen instemming verleenden voor een verblijf in een JJI.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 april 2008 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder vertegenwoordigers van de stichting en de moeder van [geintimeerde]. De vader en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming waren niet verschenen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder het proces-verbaal van de eerdere zitting en het plan van aanpak van de stichting.
Het hof overweegt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn bij [geintimeerde], die haar ontwikkeling belemmeren. De rechtbank verleende een machtiging voor plaatsing in een gesloten jeugdzorg accommodatie, maar het verzoek om plaatsing in een JJI werd afgewezen. Het hof ziet echter aanleiding om te anticiperen op de inwerkingtreding van de Reparatiewet gesloten jeugdzorg, die het instemmingsvereiste voor plaatsing in een JJI zou vervallen. Het hof oordeelt dat het belang van [geintimeerde] zwaarder weegt dan de strikte handhaving van het instemmingsvereiste, en besluit de machtiging tot plaatsing in een JJI alsnog toe te wijzen.
De beslissing van het hof is om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen, met verbetering van de gronden. Dit besluit is genomen in het belang van de jeugdige en haar noodzakelijke zorg en behandeling.