4.3. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
a. Bij koopovereenkomst van 15 november 2001 heeft [geïntimeerde sub 1 c.s.] een perceel bouwgrond gekocht van [persoon 3], gelegen te [plaats], [gemeente], zulks voor een koopprijs van € 29.495,71. De levering aan [geïntimeerde sub 1 c.s.] heeft plaatsgevonden op 24 april 2002 (prod. 1 mvg). In de leveringsakte is vermeld dat het verkochte door koper eventueel is te gebruiken als toekomstige bouwgrond. [geïntimeerde sub 1 c.s.] was van plan ter plaatse een woning (bungalow) te bouwen voor eigen bewoning. Van dit plan heeft hij na aankoop van het perceel afgezien.
b. [geïntimeerde sub 1 c.s.] heeft het bouwperceel in 2002 verkocht aan [appellant sub 1 c.s.]. Levering daarvan heeft plaatsgevonden op 27 september 2002. In de leveringsakte is vermeld dat verkocht en geleverd wordt het "bouwperceel met de thans daarop in aanbouw zijnde woning gelegen te [plaats], [gemeente], (....) door koper te gebruiken als bouwterrein voor het stichten van een woonhuis.", zulks voor een koopprijs van € 181.500,- (prod. 2 mvg).
c. De bouw van bedoeld woonhuis was reeds gestart vóór 27 september 2002. De bouwvergunning was verleend op 30 juli 2002. De bouw is voltooid in december 2002. Bij de bouw was de onder a. genoemde [persoon 3] betrokken. [persoon 3] wordt door partijen aangeduid als makelaar, projectontwikkelaar en ook als aannemer.
d. [appellant sub 1 c.s.] is in december 2002 in de woning gaan wonen.
e. Bij koopovereenkomst van 17 december 2003 heeft [appellant sub 1 c.s.] de door hem bewoonde woning met grond (inmiddels plaatselijk aangeduid als [perceel] te [plaats]) voor een bedrag van € 275.000,- verkocht aan [persoon 1 c.s.] (prod. 1 inl. dagv. in de hoofdzaak). De levering aan [persoon 1 c.s.] vond plaats op 17 maart 2004 (prod. 2 inl. dagv. in de hoofdzaak).
f. In juni 2004 heeft [persoon 1 c.s.] problemen met vocht in de woning gemeld aan [appellant sub 1 c.s.] en vervolgens een gespecialiseerd bedrijf (Bedi Dichtingsbedrijf) ingeschakeld om dit vochtprobleem te onderzoeken (prod. 3 inl. dagv. in de hoofdzaak). Bij brief d.d. 23 september 2004 heeft [persoon 1 c.s.] [appellant sub 1 c.s.] op de hoogte gesteld van de uitslag van dat onderzoek en [appellant sub 1 c.s.] uitgenodigd om - onder meer - dit probleem te komen bekijken om tot een oplossing te komen (prod. 5 inl. dagv. in de hoofdzaak).
g. Op verzoek van [persoon 1 c.s.] heeft Bedi Dichtingsbedrijf daarna een offerte d.d. 28 oktober 2004 met reparatieadvies opgesteld en aangeboden de herstelwerkzaamheden te zullen uitvoeren tegen bedrag van € 11.945,- exclusief tegels en plint en exclusief BTW. (prod. 4 inl. dagv. in de hoofdzaak).
h. [appellant sub 1 c.s.] heeft bij brief d.d. 2 november 2004 iedere aansprakelijkheid afgewezen (prod. 7 inl. dagv. in de hoofdzaak).
i. Bij brief d.d. 25 november 2004 heeft (de raadsvrouw van) [persoon 1 c.s.] [appellant sub 1 c.s.] aansprakelijk gesteld voor - onder meer - de vochtproblematiek (prod. 8 inl. dagv. in de hoofdzaak).
j. Bij brief d.d. 7 december 2004 (verzonden 10 december 2004) heeft [appellant sub 1 c.s.] [geïntimeerde sub 1 c.s.] aansprakelijk gesteld (prod. 10 inl. dagv. in de hoofdzaak).
k. Op verzoek van de raadsvrouwe van [persoon 1 c.s.] heeft het Zuid-Nederlands Expertisebureau B.V. (ZNEB) een onderzoek ingesteld naar de gebreken van de woning en de kosten van herstel in totaal begroot op € 35.763,- (expertiserapport d.d. 14 maart 2005: prod. 14 inl. dagv. in de hoofdzaak).