ECLI:NL:GHSHE:2008:BD7677
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Pellis
- A. Smeenk-van der Weijden
- M. Schaafsma-Beversluis
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in schuldsaneringsregeling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, hebben appellanten, een echtpaar, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De rechtbank had het verzoek van de curator in het faillissement van [Z.] Adviesgroep B.V. om de schuldsaneringsregelingen van de man en de vrouw tussentijds te beëindigen, afgewezen. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 juni 2008, waarbij de man en de vrouw werden bijgestaan door hun advocaat, mr. F.G.D. Pykstra, en de curator was afwezig om kosten voor de boedel te voorkomen.
Het hof heeft vastgesteld dat er een verschil van mening was tussen de man en de vrouw en de curator over de vraag of zij als feitelijk bestuurders van de failliete vennootschap bedragen aan het vermogen van deze vennootschap hebben onttrokken. De curator stelde dat er een vordering van € 152.019,17 op de man en de vrouw rustte. De rechtbank oordeelde dat zolang niet vaststond of het verwijt van de curator terecht was, er geen aanleiding was om de schuldsaneringsregelingen tussentijds te beëindigen.
In hoger beroep hebben de man en de vrouw hun formele verweren ingetrokken, maar stelden dat de rechtbank ten onrechte de mogelijkheid tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregelingen had opengelaten. Het hof oordeelde dat de man en de vrouw geen in rechte te respecteren belang hadden bij hun hoger beroep, omdat zij dezelfde beslissing verlangden als de rechtbank had gegeven. Het hof verklaarde hen dan ook niet-ontvankelijk in hun beroep, waarmee een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep niet aan de orde kwam. Het hof overwoog verder dat de mogelijkheid tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling ook onder het oude recht bestond, en dat de rechtbank geen uitspraak hoefde te doen over het overgangsrecht.