4.2. Het gaat in dit hoger beroep nog om het volgende.
4.2.1. Interces Trading B.V. (Trading) produceerde panelen voor de bouw in een van een derde gehuurde bedrijfsruimte. Directeur was [directeur van Trading].
4.2.2. HTM is een 100% dochter van Belangen […] B.V. […] ([…]), directeur van HTM, is (middellijk) bestuurder van Belangen […] B.V. en medeaandeelhouder. A.K. Tech B.V. is eveneens 100% dochter van Belangen […] B.V.
Op 11 december 2003 is opgericht Interces Paneelbouw B.V. (Paneelbouw), met als bestuurder en enig aandeelhouder Belangen […] B.V. De bedrijfsactiviteit van Paneelbouw bestaat uit het produceren van panelen en aanverwante zaken.
4.2.3. Op 21 november 2002 sloot Trading per 22 november 2002 een huurovereenkomst met HTM, waarbij zij 1365 m² bedrijfsruimte huurde in een aan HTM toebehorend pand aan de [adres].
De huurovereenkomst d.d. 30 november 2002 vermeldt dat de huurprijs bedraagt € 69.600,-- op jaarbasis, te betalen in maandelijkse termijnen, welke inclusief voorschot voor te leveren diensten e.a. bedragen € 6.600,-- (prod. 5 dagv.).
Bij deze huurovereenkomst is aan Trading door HTM ook een aantal, met name genoemde, roerende zaken verhuurd.
4.2.4. Op 4 december 2002, geregistreerd op 9 december 2002, heeft Trading haar gehele bedrijfsinventaris aan HTM verpand (prod. 2 dagv.),
“tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de verhuurder (HTM, hof) blijkens haar administratie van de pandgever (Trading,hof) te vorderen heeft of nog te vorderen mocht hebben uit hoofde van de huurovereenkomst en alle hieruit voortvloeiende kosten”.
In de pandovereenkomst wordt deze gehele aan Trading toebehorende bedrijfsinventaris gedetailleerd omschreven.
4.2.5. Op 14 april 2003 is tussen HTM en Trading een “overeenkomst pandrecht debiteuren en lopende opdrachten” gesloten (prod. 3 dagv.). Deze pandovereenkomst is niet geregistreerd. In deze overeenkomst staat tevens vermeld:
“Ook heeft HTM Beheer B.V. het recht om openstaande posten met AKtech B.V. te verrekenen en hierna op Interces Trading B.V. te verhalen. Dit recht heeft betrekking op de lopende opdrachten waarbij AKtech B.V. de materialen voor deze op¬drachten heeft besteld.”
4.2.6. Op 26 november 2003 wordt (kennelijk in plaats van de overeenkomst uit 2002) tussen partijen een nieuwe huur¬overeenkomst gesloten, thans voor 100 m² kantoorruimte tegen een huurprijs van € 9.000,-- op jaarbasis (prod. 6 dagv.)
4.2.7. Op 26 november 2003 verkoopt Trading aan HTM de be¬drijfsuitrusting voor het produceren van panelen voor een bedrag van € 47.600,-- incl. btw. Partijen gaan er van uit dat Trading deze inventaris ook aan HTM heeft geleverd.
Op de factuur staat vermeld dat het pandrecht op de kan¬toorinventaris blijft gehandhaafd, en dat deze factuur zal worden verrekend met de nog openstaande huur tot uiterlijk 1 december 2003. Bijgevoegd is een lijst met een omschrijving van de verkochte bedrijfsuitrusting/ bedrijfsinventaris.
4.2.8. Op 26 november 2003 zijn partijen een “wijziging verpanding” overeengekomen welke als volgt is omschreven (prod. 8 dagv.):
“Door de verkoop van de productie middelen en het gedeeltelijk voldoen van de huurachterstand uit deze opbrengst, komt het pandrecht op de bedrijfsinventaris productie te vervallen. Het pandrecht op de kantoor inventaris zoals hierna beschreven blijft gehandhaafd.”
4.2.9. Op 1 december 2003 wordt op briefpapier van HTM een factuur opgemaakt waarop staat vermeld “voorschot huur 2003” met daarbij een bedrag van € 40.000,-- (€ 47.600,-- incl. btw). Met de hand is hier bijgeschreven “verrekend” (prod. 10 dagv.).
4.2.10. Op 11 februari 2004 is Trading in staat van faillissement verklaard met benoeming van de curator als zodanig.
4.2.11. De curator heeft gesteld dat met de verkoop van de bedrijfsuitrusting van Trading aan HTM en de verrekening van de koopprijs daarvan met de daarna opgemaakte huurnota, benadeling van de crediteuren heeft plaatsgevonden. Hij stelde dat deze rechtshandelingen onverplicht waren verricht en dat zowel Trading als HTM wetenschap had van de benadeling. De curator heeft op 21 februari 2005 de nietigheid ingeroepen van voornoemde rechtshandeling op grond van art. 42 Fw. subsidiair art. 47 Fw. De curator heeft aanspraak gemaakt op betaling van het bedrag van € 40.000,--, zijnde de waarde van het verkochte, met rente vanaf 7 maart 2005.
4.2.12. De curator heeft vervolgens HTM, Interces Paneel¬bouw B.V. en A.K. Tech B.V. in rechte betrokken. De rechtbank heeft de vorderingen tegen Interces Paneelbouw B.V. en A.K. Tech B.V. afgewezen en de vordering tegen HTM toegewezen. In hoger beroep is nog slechts de vordering van de curator tegen HTM aan de orde (in het vonnis r.o. 5.2 tot en met 5.9).