ECLI:NL:GHSHE:2008:BF0358
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A. Zwitser
- B. Bod
- Z. Zweers-Van Vollenhoven
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor asbest in verkochte onroerende zaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Bavaria N.V. en Bavaria Vastgoed B.V. tegen een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 10 september 2003. De zaak betreft de aansprakelijkheid van de appellanten voor schade die is ontstaan door de aanwezigheid van asbesthoudend materiaal in een pand dat aan [koper] Projecten B.V. is verkocht. De rechtbank had in eerste aanleg Bavaria veroordeeld tot schadevergoeding, maar de vordering tegen Bavaria Vastgoed was afgewezen. In hoger beroep heeft Bavaria cs zeven grieven aangevoerd, terwijl [koper] incidenteel appel heeft ingesteld tegen de afwijzing van haar vordering tegen Bavaria Vastgoed.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten onvoldoende feiten hebben gesteld om te concluderen dat zij op de hoogte waren van de aanwezigheid van asbest in het pand. De huurder, [caféhouder], was niet op de hoogte van de asbest en de makelaar van [koper] had de aanwezigheid van asbest niet opgemerkt. Het hof oordeelt dat het op de weg van [koper] lag om nadere feiten te stellen die zouden kunnen aantonen dat Bavaria Vastgoed op de hoogte had moeten zijn van de asbest. Het bewijsaanbod van [koper] werd gepasseerd.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarbij Bavaria werd veroordeeld in de proceskosten van het principaal hoger beroep en [koper] in de kosten van het incidenteel appel. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van verkopers met betrekking tot verborgen gebreken in onroerende zaken en de noodzaak voor kopers om adequaat onderzoek te doen naar de staat van het onroerend goed voor de aankoop.