4.2. Kort samengevat komen die feiten neer op het volgende:
a. Bij koopovereenkomst van 21 februari 2005 heeft [appellanten] ("verkoper") aan [geïntimeerde] en [koper] ("koper") het woonhuis c.a., gelegen aan [adres] verkocht voor een prijs van € 345.000,- (prod. 10 inl. dagv.). De levering zou plaatsvinden op 2 mei 2005.
b. In de koopovereenkomst zijn de volgende bepalingen opgenomen:
artikel 11
(....)
"In verband met het vorenstaande verklaart koper op de hoogte te zijn van de inhoud van het bouwkundig rapport de dato oktober tweeduizend vier opgesteld door "Perfectbouw B.V.".
Verkoper en koper komen bij deze overeen dat koper op zijn kosten de mogelijkheid heeft om voor het verkochte een tweede bouwtechnisch onderzoek te laten verrichten. De opdracht daarvoor zal worden verleend aan [onderzoeker] te [woonplaats]. Verkoper zal voornoemde [onderzoeker] op de daarvoor afgesproken datum en tijdstip toegang verlenen tot het verkochte. Zowel koper als verkoper zullen de gelegenheid hebben bij de inspectie van het verkochte aanwezig te zijn.
Verkoper en koper komen overeen dat geen informatie uit het voormelde rapport de dato oktober tweeduizend vier vooraf ter beschikking zal worden gesteld aan voormelde [onderzoeker]."
artikel 16
"Deze overeenkomst zal, mits met inachtneming van het navolgende, ontbonden (kunnen) worden in elk van de volgende gevallen:
(....)
2. Indien uit het vorenbedoelde bouwtechnisch rapport uiterlijk op eenentwintig maart tweeduizend vijf blijkt dat de te maken kosten voor noodzakelijke verbeteringen meer bedragen dan vijftienduizend euro (€ 15.000,00). Voor bedoelde kosten is in voormeld rapport van "Perfectbouw B.V." een bedrag opgenomen van € 9.345,00.".
c. De bouwtechnische inspectie door [onderzoeker] heeft plaatsgevonden vrijdag 25 januari 2005. In het daarvan opgemaakte rapport (verder: rapport [onderzoeker]: prod. 3 cva) heeft [onderzoeker] de (globale) kosten begroot op € 17.825,- (direct) en € 6.600,- (op termijn) en daarnaast een aantal zgn. S.P.-posten opgenomen (prod. 3, blad 13). S.P.-posten zijn te verwachten kosten van P.M.-posten.
d. Op 14 maart 2005 heeft [geïntimeerde] zich beroepen op de ontbindende voorwaarde, bedoeld in art. 16, lid 2 van de koopovereenkomst. Op 2 mei 2005 heeft geen levering plaatsgevonden.
e. [Appellanten] heeft zich op het standpunt gesteld dat [geïntimeerde] niet bevoegd was zich op de ontbindende voorwaarde te beroepen en dat de koopovereenkomst daarom niet is ontbonden (prod. 11 inl. dagv.).
f. Bij brief d.d. 13 mei 2005 (prod. 12 inl. dagv.) heeft (de raadsman van) [appellanten] [geïntimeerde] in gebreke gesteld en aanspraak gemaakt op de contractuele boete (€ 34.500,-) en vergoeding van schade indien [geïntimeerde] niet alsnog meewerkt aan de levering.
g. Bij brief d.d. 21 mei 2005 (met als bijlage de brief d.d. 5 april 2005 van [geïntimeerde] aan de notaris) heeft [geïntimeerde] geantwoord dat hij de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden.
h. De desbetreffende woning is medio september 2005 geveild voor een bedrag van € 325.000,-.
i. [Appellanten] heeft ter verzekering van de door hem gepretendeerde vordering op [geïntimeerde] conservatoir beslag laten leggen op de woning van [geïntimeerde] en op diens rekening bij de Postbank.