ECLI:NL:GHSHE:2008:BG2184
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A. van Zinnen
- J. van Dijkhuizen
- M. Hompus
- Rechtspraak.nl
Bijdrage in de behoefte van een minderjarig kind na beëindiging van een affectieve relatie
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om de alimentatieverplichting van de man ten behoeve van zijn minderjarige dochter [Z.], geboren uit een inmiddels verbroken affectieve relatie met de vrouw. De rechtbank had eerder bepaald dat de man vanaf 1 september 2007 een maandelijkse bijdrage van € 330,= aan de vrouw moest betalen voor de verzorging en opvoeding van [Z.]. De man was het niet eens met deze beslissing en ging in hoger beroep, waarbij hij stelde dat de vrouw in staat zou moeten zijn om zelf bij te dragen aan de kosten van de opvoeding van hun dochter.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juli 2008 werd de man bijgestaan door zijn advocaat mr. R.C.J. Theuns, terwijl de vrouw werd vertegenwoordigd door haar advocaat mr. T. Schonenburg. De vrouw voerde aan dat zij momenteel zorg verleende aan haar hulpbehoevende grootvader en dat zij hierdoor niet in staat was om een regulier dienstverband aan te nemen. Het hof nam kennis van de persoonlijke omstandigheden van de vrouw, waaronder haar verleden van misbruik en de zorg voor haar grootvader, en oordeelde dat deze omstandigheden meebrachten dat van haar niet kon worden verwacht dat zij op korte termijn een bijdrage zou kunnen leveren aan de kosten van de opvoeding van [Z.].
Het hof concludeerde dat de grieven van de man faalden en bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank. De uitspraak benadrukte het belang van de persoonlijke omstandigheden van de vrouw en de noodzaak om rekening te houden met de specifieke situatie van de betrokken partijen.