ECLI:NL:GHSHE:2008:BG2407

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-003029-07
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal van elektriciteit door gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 oktober 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond. De verdachte was beschuldigd van diefstal van elektriciteit in de periode van 30 oktober 2006 tot en met 3 april 2007 te Susteren. De tenlastelegging hield in dat de verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een hoeveelheid elektrische energie had weggenomen, toebehorende aan een ander. Tijdens de rechtszittingen werd duidelijk dat de verdachte en zijn echtgenote verklaarden dat zij de elektriciteit van een buurman kregen via een kabel. Dit werd ondersteund door verklaringen van getuigen en aanvullend proces-verbaal van de politie.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen meetgegevens waren die konden aantonen dat de verdachte daadwerkelijk illegaal stroom had onttrokken. De getuige van de energieleverancier had weliswaar sterke aanwijzingen dat er illegale stroomonttrekking plaatsvond, maar er was onvoldoende bewijs om de verdachte schuldig te verklaren. Het hof oordeelde dat het niet uit te sluiten was dat de verdachte in de ten laste gelegde periode stroom had betrokken van zijn buren, en dat er geen wettige bewijsmiddelen waren om de beschuldiging te onderbouwen.

Daarom heeft het hof het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en is op de openbare terechtzitting uitgesproken. Het hof benadrukte dat de verdachte niet geschaad was in zijn verdediging door eventuele taal- of schrijffouten in de tenlastelegging.

Uitspraak

Parketnummer: 20-003029-07
Uitspraak : 21 oktober 2008
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond van 30 juli 2007 in de strafzaak met parketnummer 04-816568-07 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1964],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI Limburg Zuid - Gev. De Geerhorst te Sittard.
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en te dien aanzien opnieuw rechtdoende de verdachte zal vrijspreken van het ten laste gelegde.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 30 oktober 2006 tot en met 03 april 2007 te Susteren, in elk geval in de gemeente Echt-Susteren, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektrische energie (stroom), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat bij gebrek aan voldoende wettige bewijsmiddelen niet kan worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan wordt vrijgesproken.
Het hof overweegt hiertoe het volgende.
Ten aanzien van de periode 30 oktober 2006 tot 1 januari 2007
Verdachte en zijn echtgenote hebben verklaard dat zij de stroom kregen van een buurman door middel van een kabel die van de woning van de buurman kwam.
Uit het aanvullend proces-verbaal d.d. 3 oktober 2006 van de politie Limburg Noord blijkt dat de bewoner van perceel [adres] verklaart dat hij bij aanvang van de huur in januari 2007 zag dat er een vreemde kabel door het WC-raampje naar binnen kwam en dat deze kabel was ingeplugd in een krachtstroomstopcontact. De bewoner van [adres] verklaart bovendien dat hij van de huidige huurder van perceel [adres] heeft vernomen dat er, voordat hij het pand huurde, mogelijk met behulp van een kabel stroom werd gebruikt door de bewoner van perceel [adres] te [woonplaats]. Het zou – aldus de verbalisant in het proces-verbaal – mogelijk zijn dat verdachte vanaf dit adres stroom heeft betrokken tot 1 januari 2007.
Het hof is van oordeel dat uit bovengenoemde omstandigheden blijkt dat het niet uit te sluiten is dat verdachte in de periode tot 1 januari 2007 inderdaad stroom heeft betrokken van zijn buren, zodat – nu ook uit de overige bewijsmiddelen niet anders blijkt – niet kan worden bewezen dat verdachte in de periode van 30 oktober 2006 tot 1 januari 2007 de stroom heeft weggenomen van [slachtoffer] zoals ten laste is gelegd.
Ten aanzien van de periode 1 januari 2007 tot 3 april 2007
De getuige [getuige], medewerker van [slachtoffer], heeft – onder meer – verklaard dat:
- hij op 3 april naar het huis van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] ging in verband met een heraansluiting;
- dat hij zag dat er spanning op de installatie stond op grond van de kabel en de lamp die aan was in de gang;
- dat er een kabel was aangesloten op het kastje waarin zich onder andere de aardlekschakelaar bevindt;
- dat deze kabel via het kelderraam naar buiten liep en was verbonden met de hoofdkabel;
- dat hij deze kabel niet heeft nagelopen tot in de meterkast en ook niet heeft gemeten of er spanning op stond;
- dat hij geen aggregaten heeft gezien of gehoord.
Het hof is van oordeel dat op grond van het bovenstaande alsmede de overige stukken uit het dossier weliswaar sprake is van sterke aanwijzingen dat verdachte op een illegale wijze stroom heeft onttrokken van buiten het bij hem in gebruik zijnde pand, doch dat die onvoldoende zijn om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde te komen, nu noch in de kelder noch bij de hoofdkabel is gemeten of daadwerkelijk illegaal stroom is onttrokken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. A. de Lange, voorzitter,
mr. F.L. Muskens en mr. E.F. Stamhuis,
in tegenwoordigheid van mr. C.A. Blokx- van Roosmalen, griffier,
en op 21 oktober 2008 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. E.F. Stamhuis is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen