ECLI:NL:GHSHE:2008:BG3587
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Bod
- Zwitser
- Waaijers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vermeende meineed en onrechtmatige daad in civiele procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De rechtbank had eerder de vordering van [appellant] afgewezen, waarin hij stelde dat [geïntimeerde] meineed had gepleegd tijdens een getuigenverhoor in een eerdere procedure. De onderliggende zaak betrof een geschil tussen [geïntimeerde] en [persoon 1] over een verkoop van een stuk grond, waarbij [persoon 1] stelde dat [geïntimeerde] had verzuimd belangrijke informatie te delen, wat leidde tot schade. De rechtbank oordeelde dat, zelfs als er sprake was van meineed, dit niet automatisch leidde tot onrechtmatig handelen jegens [appellant]. Het hof bevestigde deze conclusie en oordeelde dat de norm van waarheidsgetrouwe getuigenis niet specifiek bescherming biedt aan mede-getuigen zonder bijzondere omstandigheden. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij het de kosten van het hoger beroep aan [appellant] oplegde. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijsvoering in civiele zaken en de grenzen van aansprakelijkheid bij vermeende meineed.