ECLI:NL:GHSHE:2008:BG3733
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Gründemann
- A. Kranenburg
- J. Pouw
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op basis van artikel 350 lid 3 sub c en d Faillissementswet
In deze zaak gaat het om de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van echtgenoten [X.] en [Y.], die in hoger beroep zijn gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 september 2008, waarbij de appellanten en hun bewindvoerder, mevrouw D. van der Heijden, aanwezig waren. De rechtbank had op 12 februari 2008 de schuldsaneringsregeling beëindigd op verzoek van de bewindvoerder, omdat er onvoldoende vertrouwen bestond dat de appellanten hun verplichtingen zouden nakomen. De rechtbank stelde vast dat er een boedelachterstand was ontstaan door verkeerde prioriteiten van de appellanten, ondanks eerdere waarschuwingen van de rechter.
De appellanten betwistten de conclusies van de rechtbank en stelden dat de bewindvoerder niet adequaat had gehandeld. Ze voerden aan dat een rekening die door de bewindvoerder als spaarrekening werd aangeduid, in werkelijkheid op naam van hun zoon stond en dat zij zich voldoende hadden ingespannen om werk te vinden. De bewindvoerder daarentegen stelde dat de appellanten niet voldoende hadden gedaan om hun verplichtingen na te komen en dat zij zelfs een bedrag van € 954,93 niet naar de boedelrekening hadden overgemaakt.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de appellanten gedurende de schuldsaneringsregeling niet de vereiste inzet en motivatie hebben getoond. Het hof concludeerde dat de appellanten hun verplichtingen niet naar behoren zijn nagekomen en dat de rechtbank terecht de schuldsaneringsregeling heeft beëindigd. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank met aanpassing van de gronden, waarmee de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling werd bevestigd.